Het Schrijflokaal

Van wrange tot suikerzoete vruchten

De citruscollectie van Paleis Het Loo
1/ Pad met kuipen citrusboompjes en broderieparterres in de Koninginnetuin.

1/ Pad met kuipen citrusboompjes en broderieparterres in de Koninginnetuin.

2/ Kijkje in de Floriskas; de citrusboompjes overwinteren.

2/ Kijkje in de Floriskas; de citrusboompjes overwinteren.

3/ Polychroom prent met de Koninginnetuin en oranjerie op de achtergrond, C. Allardt, eind zeventiende eeuw.

3/ Polychroom prent met de Koninginnetuin en oranjerie op de achtergrond, C. Allardt, eind zeventiende eeuw.

De Citrus nam in de zeventiende eeuw een belangrijke plaats in in plantencollecties van vorstenhuizen en adellijke lieden in Europa. Ook bij leden van het stadhouderlijk hof in de Lage Landen was het verzamelen van deze kuipplanten zeer populair. Heden ten dage speelt deze groep in collecties een minder belangrijke rol. De verzameling van Paleis Het Loo is een van de interessantste van ons land. Niet de grootste, wel die met een aantal van de oudste bomen die teruggaan tot de glorietijd van de tuinen, toen koning-stadhouder Willem III en zijn vrouw Mary, koningin van Engeland, er vaak resideerden. Hoewel ons land enkele tientallen citruscollecties telt, zowel ondergebracht bij musea, historische en botanische tuinen als bij particulieren, behoren die van Paleis Het Loo en landgoed Twickel (Overijssel) tot de grootste en meest belangwekkende. Beide tuinen hebben eveneens de meeste oude exemplaren. Samen vertegenwoordigen ze het geslacht Citrus binnen de Nationale Planten Collectie. Andere belangwekkende collecties bevinden zich onder meer op Mattemburgh (Bergen op Zoom), Middachten (De Steeg), Dortwijck, Villa Augustus (Dordrecht) en in een aantal botanische tuinen.

Oranjeboom
Onder Citrus wordt veel meer verstaan dan wij in zijn algemeenheid denken. Sinaasappel, grapefruit, kumquat, limette, pomelo, pomerans, sukadecitroen, citroen en limoen. In de zeventiende eeuw waren de meest voorkomende soorten in Europa: Citrus aurantium var. aurantium (de bittere sinaasappel), Citrus medica (sukadecitroen), de citroen (Citrus x limon) en de zoete sinaasappel (Citrus. sinensis). De laatste is ook de soort die we meestal bij de groenteboer en de supermarkt aantreffen.

“De bittere sinaasappel stond in de zeventiende achttiende eeuw ook wel bekend als de Oranjeboom.”

Tegenwoordig bestaan de meeste collecties in ons land hoofdzakelijk uit cultivars van de C. aurantium en de C. sinensis. Zo ook die van Paleis Het Loo. Belangrijke reden is dat vooral de C. aurantium goed tegen het noordelijke klimaat kan. Willem Zieleman, hoofd tuindienst Paleis Het Loo: “Onze verzameling telt in totaal 150 exemplaren. Naast de eerder genoemde soorten hebben we een enkele sukadesoort en verder onder meer laurierstruiken, olijfbomen en andere klassieke kuipplanten.”

Willem en Mary
De citrusverzameling ontstaat rond 1684 wanneer koning-stadhouder Willem en zijn echtgenote Mary hun intrek nemen in Paleis Het Loo. Beiden zijn verwoede tuiniers en stoppen veel van hun energie afwisselend in de tuinen van Hampton Court en die in Apeldoorn. Daar hoort ook een collectie kuipplanten bij. De toenemende belangstelling loopt gelijk aan de ontwikkeling van de oranjerie. In de zestiende eeuw werden in West- en Noord-Europa kuipplanten in de winter met ingenieuze constructies afgeschermd. Later volgden speciale galerijen waar men vuren stookten. Ideaal was dat niet. In de daarop volgende periode ontstonden afgesloten paviljoens die beter te verwarmen waren. De eerste citrusboompjes vonden hun onderdak in de oostelijke vleugel van het paleis, bij de Koninginnetuin. Zieleman: “Een aantal van die boompjes bevindt zich nog steeds in de collectie. Ik schat dat de oudste rond 310 jaar oud is.”

Lodewijk Napoleon
Een deel van de cCitruscollectie van Paleis Het Loo wordt net na de Franse Revolutie, ten tijde van de Bataafsche Republiek, te gelde gemaakt en verkocht aan landgoed Amelisweerd (ten oosten van Utrecht). Nauwelijks een decennium later kocht Lodewijk Napoleon, inmiddels koning van het Koninkrijk Holland (1806-1810), een groot deel van de boompjes terug. De oranjerie in de oostelijke vleugel bleek niet langer geschikt, de dikker geworden eiken ervoor namen veel licht weg. In 1911 wordt een nieuwe oranjerie gebouwd, op het westen georiënteerd. Ook deze bleek niet ideaal voor kuipplanten en citrusbomen in het bijzonder. Ze leden een wat zieltogend bestaan.

Determinatie
Uiteindelijk kwam in 1986 opnieuw een oranjerie gereed, een bewaarkas met hoog licht. Martin Bouwmeester, die al dertig jaar de collectie verzorgt, heeft in de loop der jaren steeds beter met de collectie leren omgaan en deze ook door enten belangrijk verjongd en uitgebreid. Er is veel geëxperimenteerd en onderzoek gedaan.

“Uiteindelijk bleken zowel de gezondheid als de groei veel profijt te hebben van een bepaald zelf ontdekt grondmengsel (zie kader).”

Het is onder meer aan ir. Ben Groen, oud-conservator tuinen van Paleis Het Loo, te danken dat er een uitgebreide determinatie heeft plaatsgevonden van de moderne cultivars van de Citrus en een sleutel is ontwikkeld waarmee deze soorten en rassen kunnen worden benoemd. Dit onderzoek vond plaats onder alle in Nederland aanwezige soorten in de diverse collecties.

St. Petersburg
Vanaf 2008 ontwikkelde de tuindienst van Paleis Het Loo samen met de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed reconstructie- en revitaliseringsplannen voor diverse tuinen in Rusland, waaronder voor de Zomertuin in St.Petersburg. Deze tuin oogde een paar jaar geleden meer als een wat verwilderd park. De Zomertuin werd door de Hollandse hovenier Jan Roosen aangelegd, na een bezoek van Peter de Grote begin achttiende eeuw aan Holland, waarbij hij ook Paleis Het Loo aandeed. Naast technische onderhoudsadviezen levert Paleis Het Loo in 2013 een aantal stekken van ‘oranjeboompjes’ die de tsaar toen gezien zou kunnen hebben voor de gereconstrueerde oranjerie in de Zomertuin. “Want vier stekken zijn afkomstig van de oudste, historische rassen, vier van eigentijdse en een aantal laurierboompjes.” En daarmee herhaalt de geschiedenis zich op bijzondere wijze.

Praktische tip: Ideaal grondmengsel

Veel particulieren hannesen vaak met hun eigen citrusboompjes. Vandaar de vraag voorgelegd aan Zieleman: “Hoe houd ik mijn boompjes vitaal?” Opeenvolgende tuinbazen en -lieden op Paleis Het Loo hebben in de afgelopen decennia veel ervaring opgedaan. Het ideale mengel blijkt te bestaan uit Zweeds veenmosveen, Lentse potgrond, beukenblad, zwarte tuinaarde, wat klei, en bloed- en beendermeel.

Fotografie: Nationaal Museum Paleis Het Loo/Stef Verstraaten

 

Dit artikel verscheen in een bewerkte vorm in Tuinjournaal (4/2012, NTs)
Leslie Leijenhorst