P L E I S T E R P L A A T S
Rentes de Carvalho schrijft in zijn Portugal-gids dat je voor de lekkerste ‘bacalhau dourado’ naar de pousada van Santa Luzia in Elvas moet. Ik zal de laatste zijn die hem daarin bestrijd, want de wijze waarop de ‘heilige Lucia’ dit gerecht maakt is buiten alle twijfel verheven. Toch heb ik persoonlijk een ander adres om deze verrukkelijke maar zeer machtige variant, uit de minstens 365 versies die er zouden zijn van deze gedroogde stokvis, te verorberen. Quinta das Torres. En ik kom daar niet alleen om te eten, maar ook omdat het een van de sfeervolle adressen is die ook nog eens relatief dicht bij zee liggen.
Zo’n plek die je moet kennen, maar vooral ook moet weten te vinden. Landgoed Quinta das Torres ligt op het schiereiland ten zuiden van Lissabon dat via de beroemde hangbrug, brug van de 25ste april, te bereiken is. Aan de voet van de Sêrra da Arrábida. Eenmaal op de provinciale weg E.N. 10 is het goed opletten geblazen, want voordat je het weet, ben je het fletse groene uithangbord en de oude bewingerde landgoedmuren voorbij gereden. Een lange hobbelige oprijlaan van kinderhoofdjes, omzoomd met bomen, voert je naar een charmant 16e eeuws landhuis. Quinta das Torres is een van de fraaist bewaard gebleven renaissancistische gebouwen van het land. Langzaam zie je tussen het groen de markante vierkante torentjes verschijnen.
Arroiolos
Al generaties is het landgoed met de sfeer van vergane elegantie in handen van dezelfde familie. Momenteel leidt Dr Bento de Sousa dit nostalgische buiten. Op Quinta das Torres is het namelijk even plezierig tafelen als logeren. Vooropgesteld dat je van serene rust houdt. Met de tien kamers, waaronder twee suites met ruime dakterrassen, en een tweetal huisjes voor wie met meer dan twee is, ben je altijd een va nde weinige gasten. En daar houd ik van. Alle kamers zijn ingericht met antiek meubilair, vazen met bloemen. In niches zijn heiligen- en Mariabeelden neergezet. Waar je ook kijkt, overal zie ik ‘stille getuigen’ uit vervlogen tijden: prachtige tegeltableaus, fraaie wandkleden, Arraiolos-karpetten – genoemd naar het stadje waar ze vandaan komen – en andere historische huisraad. Naast het hoofdgebouw ligt een groen uitgeslagen vijver met in het midden een liefelijk prieeltje. Ik heb me altijd afgevraagd hoe dat te bereiken. Dan sluit ik even mijn ogen, en ga tweehonderd jar in de tijd terug. Ik zie dames met parasols door een galante jongeman worden overgezet. In een roeibootje. Dat is er echter niet meer.
“Fraaie azulejo-tableaus aan beide uiteinden van de zaal tonen ‘De verkrachting van de Sabijnse maagden’ en de ‘De Slag om Troje’.”
Sabijnse maagden
Het restaurant is een geliefde halte voor de zondagmiddag. Op zo’n verstilde herfstmiddag zag ik binnenkomen: gestudeerde motormuizen, welgestelde grootouders die met hun kleinkinderen uit gingen eten, en een handvol toevallige passanten die van rustig en romantisch tafelen hielden. Als het gesprek even stokt, werp ik een blik op de vijver, en op de soberee doch fraaie inrichting. Hoge ramen werpen licht op boerenstoelen, stenen vloeren en oude gravures. Fraaie azulejo-tableaus aan beide uiteinden van de zaal tonen ‘De verkrachting van de Sabijnse maagden’ en de ‘De Slag om Troje’. De tafels zijn gedekt met wit linnen, zilver en verse bloemdecoraties. Het is elke keer weer genieten. We beginnen met een gekoelde ‘moscatel de Setúbal’, als apéritief, in de luie banken van de ‘anti-chambre’ bij de open haard. Het was José Maria da Fonseca die deze muscaatwijn, afkomstig uit deze streek, wereldberoemd maakte. Zijn bodegas liggen even verderop, en verdienen evenzeer een bezoekje. Bij de maaltijd proberen we de hier te lande veel minder bekende rode en witte wijnen uit het estuarium van de rivier Sado.
Caldereida
In de keuken zwaait geen man de pollepel, maar kookt Maria Albertina dos Santos al jaren verrukkelijke gerechten uit de eerlijke Portugese keuken. Klassiek, vers en sober, maar voedzaam. Naast een van hun toppers: de ‘bacalhau dourado’ is er een ruime keuze: Ik wijfel. Ik zie de ‘camarao ao alhinho’ (grote garnalen in een knoflookbadje); onder ‘peixes’ (vis) ‘caldeirada de peixes e mariscos’ (de beroemde visstoofschotel met vis en schaaldieren), en bij ‘carnes’ (vlees) onder meer ‘bifinhos com molho da madeira’ (bieflapjes met madeirasaus) en ‘pato com laranja’ (eend met sinaasappel) aan. De ober, al jaren hier werkzaam, meldt dat de eend alleen op bestelling is, want die moet eerst nog worden geschoten. Maar de ‘sopa á alentejana’ staat als soep van de dag op de kaart. En dat is een andere favoriet: de overheerlijke pittige bouillon met verse koriander, regimenten knoflook en een gepocheerd ei. De andere favoriet van het huis is ‘migas com entrecosto frito’; entrecôte met een curieus maar smakelijk soort rolletjes van broodkruim die vervolgens worden gebakken.
Aldeio do Meco
Quinta das Torres is voor mij ook zo’n prima uitvalsbasis voor een wandeling in het nabijgelegen nationaal park Sêrra da Arrábida of de mooie eindeloze zandstranden bij Fonte de Telha en Aldeia do Meco. Ik neem wat Azeitao kaas, brood, olijven, die hier in grote hoeveelheden worden verbouwd (azeitao betekent: grote olijf), en een fles droge witte Sado-wijn in mijn picknickmand me. En mijn dag kan niet meer stuk.
Estalagem Quinta das Torres, Quinta das Torres, Estrada Nacional 10, Azeitão, tel.: 00351 1 2180001. Vooral suite 1 en 5 zijn aanbevelenswaardig.
(Alliance, 1993 door Leslie Leijenhorst)