Het Schrijflokaal

Zeezeiler Connie van Rietschoten creëerde een verstilde oase temidden van gelikte resorts

Voordat Van Rietschoten permanent in de Algarve ging wonen, kende hij het al. Zijn ouders hadden er een huis laten bouwen. Ruim, maar niet overdreven groot, op een riant perceel dat toen midden op het platteland lag. Groot genoeg om gasten te kunnen ontvangen. Toen zijn ouders overleden en hij het huis erfde, besloot hij er samen met zijn vrouw te gaan wonen. Het groeide langzaam uit tot een oase van groen temidden van gelikte resorts.
Connie van Rietschoten in 1996 Foto: Edwin van Kleef (portret)

Connie van Rietschoten in 1996 Foto: Edwin van Kleef (portret)

Zijn ouders hadden voor de Algarve gekozen, en in het bijzonder voor de omgeving van Almancil, omdat deze regio een aangenaam klimaat had. “Dit gebied heeft een zeeklimaat en er waait bijna altijd een aangenaam briesje, zodat het er lekker fris is.” Toen zijn ouders overleden, erfde Van Rietschoten het huis. Hij had er goede herinneringen aan en zag geen reden om het van de hand te doen. In 1972 besloot hij er met samen zijn vrouw permanent te gaan wonen.

Rotterdam
Een glooiend, stoffig landweggetje loopt over in een smal pad met van die typische witte en zwarte steentjes waarmee ook veel trottoirs en pleinen in Portugese steden zijn geplaveid. Aan weerszijden fraai geschoren cypressenhagen die ogen als golvende, groene wanden. Aan het einde opent zich een open ruimte met een grote witte villa. Strak en modern ogend. Quinta Neoletta, genoemd naar Van Rietschoten’s moeder. Een dubbele trap leidt naar de overdekte entree. Naast de deur, op de wit gepleisterde muur, een schitterend azulejo-paneel uit Porches, het centrum van de azulejofabricage in de Algarve. Het tableau toont een zeetafereel met oude zeilschepen. De maritieme associaties beginnen bij de voordeur. Want wat dat betreft heeft ex-zeezeiler Connie van Rietschoten de voorliefde voor boten niet van een vreemde. Hij groeide op in de havenstad Rotterdam. Zijn vader was een van de directeuren van Van Rietschoten & Houwens, een bedrijf dat zich bezighield met elektrotechnische projecten voor de scheepsbouw. Connie van Rietschoten zou later zelf in het bedrijf stappen. Al in zijn jonge jaren stak hij met een vriend in een Draakje, een open zeilboot met een klein huifje, de Noordzee over. Van Engeland naar Denemarken en van Denemarken naar Noorwegen. Hij werkte toen in Engeland. Daar vonden de jaarlijkse Dragon Gold Cup Races plaats. Zeilen is tijdens zijn hele werkzame leven zijn passie gebleven. Als Van Rietschoten het midden jaren zeventig rustiger aan gaat doen, richt hij zich steeds meer op de grote races over de oceanen.

“Het tableau toont een zeetafereel met oude zeilschepen. De maritieme associaties beginnen bij de voordeur. “

Memorabilia
Het huis is ruim en koel gebouwd. Toch is er airconditioning in het huis aangelegd.”Voor als het echt warm wordt en de bijna altijd waaiende Atlantic Breeze wegvalt. Wat hier veel belangrijker is, is de verwarming. Want in de winter kan het hier soms knap fris en vochtig zijn.” In alle vertrekken liggen marmeren vloeren. Marmer is goedkoop in Portugal. De talrijke karpetten geven iets huiselijks.  In de woonkamer staat een lage tafel waar Van Rietschoten als trotse vader en grootvader een portrettengalerie van zijn  kinderen en schare kleinkinderen heeft gemaakt. Verder grote banken, ruime fauteuils, en een aparte televisiehoek. En vooral, heel veel memorabilia van zijn reizende bestaan. Schalen en sculpturen, vervaarlijk ogende dierenkoppen, en schilderijen. Een brede pui geeft toegang tot een overdekt terras. In een van de hoeken staat een witte rotan zithoek. Langs weerszijden van het immense, glooiende gazon uitbundige bloemenborders met onder meer manshoge oleanders, Kaapse lelies, rozen, en hibiscussen. Verderop een aantal vijvers die in elkaar overloopt. “Uit de derde, laagst gelegen vijver wordt het water voor de planten en het gazon gepompt. Dan is de temperatuur precies goed.” Aan de rand een zwembad, en meer verscholen een tennisbaan. Kortom een waar paradijsje aan de Portugese zuidkust die de zon met meer dan 3000 uren per jaar verwend.

Edward Heath
Als de Van Rietschotens in 1972 permanent aan de Algarve gaan wonen, beschikt het huis naast de gebruikelijke vertrekken over een paar slaapkamers en twee gastenkamers. Van Rietschoten vindt dat elk van zijn vier kinderen ten alle tijde over een eigen logeerkamer moet kunnen beschikken, “zodat ze zich altijd welkom voelen.” Hij breidt het huis met een extra verdieping van zo’n 9 bij 10 meter uit. Tegelijkertijd richten ze het huis deels opnieuw in. Een van de vrijkomende gastenkamers op de begane grond wijdt hij aan de passie van zijn leven: zeilen. De wanden hangen vol met foto’s, prijzen en onderscheidingen. Foto’s van de wereldzeiler met zijn schip temidden van huizenhoge golven, eenzaam op de oceaan. Herinneringen aan ontmoetingen met Edward Heath (ex- premier van Groot-Brittanië en ook verwoed zeiler) en andere, vooral zeilgrootheden. Luchtfoto’s van zeilmanifestaties en races. Op de kasten staan bokalen, beeldjes, schalen met inscripties die hij tijdens allerhande zeilwedstrijden heeft gewonnen. Op een lage tafel staan twee maquettes: de Flyer en de Flyer II; de legendarische boten waarmee Van Rietschoten de wereld rondvoer tijdens de Whitbread races van 1977/1978 en 1981/1982. De zeilkamer is het domein waar hij zich kan terugtrekken. Waar hij wegmijmert naar de tijd dat hij alleen over de oceaan voer. Hier staat ook zijn bureau met fax en telefoon. Want Van Rietschoten regelt van hieruit nog wel eens wat zaken voor het bedrijf waar hij ooit mede-eigenaar van was. Ook zijn andere hobby – jagen – krijgt een eigen kamer. “Schrijf daar maar niet te veel over. Over dat jagen. Daar vallen ze in Nederland altijd zo over.” Ook hier talloze foto’s van buitgemaakte prooien. Maar ook van een ontmoeting met Prins Bernhard, die hij bij toeval in Oost-Afrika tegenkwam. Trofeeën bepalen de sfeer. Geweien van kudu’s en waterbuffels, koppen van antilopen, maar ook van Oostenrijkse gemsen en dierenhuiden. De andere gastenkamer wordt televisiekamer.

De akker van je buurman
Terug op het terras wijst Van Rietschoten naar het punt waar het gecultiveerde deel van de tuin overgaat in een soort bos; een heuvelachtig terrein met kurkeiken, pijnbomen en ander lokale boomsoorten. Ook dat hoort bij de ‘quinta’ (landgoed).“In 1974 – het jaar van de democratische omwenteling – kwam een makelaar uit de buurt naar me toe. Die vertrouwde de politieke situatie niet meer en wilde het land uit. Hij vroeg of ik het aangrenzende stuk grond voor een aardig prijsje wilde kopen.” Onder het motto: “Het huis of de akker van je buurman staat maar een keer te koop”, besloot Van Rietschoten toe te stemmen. Tot op de dag van vandaag heeft hij daar geen moment spijt van. Met de koop creëerde hij een oceaan van groen met ultieme privacy, temidden van allerlei oprukkende ‘resorts’. Het bosperceel fungeert als een schitterende buffer.

“De tijd dat er hap-snap kon worden gebouwd is voorbij.”

Vale do Lobo
De meest bekende zijn Quinta do Lago en Vale do Lobo. Vale do Lobo, een van Europa’s meest luxe golf- en villaparken. De Nederlandse ex-juwelier Sander van Gelder toverde uit een mislukt project een van de meest succesvolle vakantieparadijzen ter wereld. Hij werd daarmee een trendsetter. Later werd Quinta do Lago ontwikkeld. Wie nu door de Algarve rijdt, ziet op veel plaatsen ruim opgezette woongebieden verrijzen. De tijd dat er hap-snap kon worden gebouwd is voorbij. De lokale overheid heeft van de fouten van het verleden geleerd. Bovendien hebben die ‘developments’ voor de lokale overheden en nutsbedrijven ook voordelen. Het landschap raakt minder verstedelijkt. En men kan openbare nutsdiensten als elektriciteit, water, riool, straatverlichting en telefoon in een keer aanleggen.  Als Van Rietschoten zelf had moeten kiezen voor een huis in de Algarve, had hij beslist niet gekozen voor een ‘plot’ in een ‘development’. Hij vindt de ‘developments’ een soort reservaten voor rijke mensen. “Ze ogen te kunstmatig. Vaak moet je er te veel geld voor neertellen. En de meeste huizen liggen dicht op elkaar.” Zo’n opvatting is voor een man als Van Rietschoten niet zo vreemd. De man die de wereldzeeën heeft bevaren, wilde ook op zijn oude dag kunnen genieten van een oceaan van ruimte. Op het water had je bijna nooit buren. Nu heeft hij een groene oceaan om zich heen gecreëerd. “In die resorts kun je minder op je zelf zijn.”

Quinta Neoletta
Van Rietschoten en zijn vrouw genieten van het leven op de Quinta Neoletta. Opmerkelijk is dat hij na al die jaren nauwelijks Portugees spreekt. Hij heeft het wel geprobeerd, maar het lag hem niet zo. “Ach, hier wonen nogal wat Nederlanders. En ik heb contact met wat Amerikanen en Engelsen.” Het meeste mist hij zijn kinderen en de ‘vriendjes’ uit Nederland. Gelukkig weten die de weg goed te vinden. Doordat hij volop logeerplek heeft, komen die met een zekere regelmaat van de klok logeren. Zelf gaat hij gemiddeld één keer per jaar naar Nederland. Naast het aangename klimaat heeft dit deel van de Algarve een ander voordeel. Zeker voor mensen op leeftijd. “De medische dienstverlening staat op hoog niveau. Een groot aantal hier werkzame artsen, specialisten en verpleegkundigen spreekt bovendien Engels, Frans of Duits. Je hebt alles onder handbereik. Er zijn allerlei winkels, sportclubs en er worden allerlei sociale activiteiten door de internationale gemeenschap georganiseerd.”

“Naast het aangename klimaat heeft dit deel van de Algarve een ander voordeel.”

Doorlopers
De man die vroeger de wereld omcirkelde, zeilt niet veel meer.”Ik heb geen eigen boot meer. Zo nu en dan vaar ik nog wel eens met vrienden vanuit de goed geoutilleerde jachthaven van Vilamoura om een tochtje te maken.” De kleine ‘driving range’ die hij aanlegde in de tijd dat hij op de ‘Quinta Neoletta’ ging wonen, gebruikt hij wegens toenemende rugklachten weinig meer. Toch stilzitten, doet hij niet. En verder mag hij graag doorlopers oplossen. “Maar dan wel die uit de vijf- en zes sterren categorie. Die scherpen de geest.”

Foto: Edwin van Kleef (portret)

(1 juli 2007, eerder gepubliceerd in Vivenda, december 1996, door Leslie Leijenhorst)