Meer dan 130 jaar geleden kwamen de eerste kunstenaars naar het uiterste noordoostelijke puntje van Jutland. Naar Skagen. Al snel ontwikkelde het zich tot een ontmoetingspunt van kunstenaars vergelijkbaar met het Franse Barbizon ten zuiden van Parijs. Hoewel de kolonie al zo’n tachtig jaar ter ziele is, is het vissersdorpje nog altijd een bijzondere trekpleister. Ook nu nog komen kunstenaars er naar toe vanwege het licht en de landschappen, gestresste stedelingen vanwege de rust, en liefhebbers van het buitenleven om met volle teugen te genieten van de natuur en de rijke vogelpopulatie.
In 1874 brengen Michael Ancher en Karl Madsen hun vakantie in Skagen door. Een jaar later keren ze terug. Ze weten niet of ze medestudent en later schilder Viggo Johansen, ook moeten vragen. Het liefst maar niet te veel hanen op het erf redeneren ze. De vier meisjes met wie ze bevriend zijn, waaronder Anna Brøndum en later Ancher, halen hen over hem toch te vragen; razend benieuwd als ze zijn naar die nieuwe schilder uit Kopenhagen. Er ontstaat een hechte vriendschap binnen een kring die steeds groter wordt. Skagen ontwikkelt zich tot in de twintigste eeuw tot een internationale ontmoetingplek voor jonge kunstenaars. Hoewel ze meerdere dingen gemeen hebben, was er een die in het oog springt. Ze worden allemaal geïnspireerd door het naturalisme en schilderen in de openlucht. Ze zoeken naar nieuwe plaatsen en onderwerpen. Geliefde motieven zijn het landschap, de stranden, het dagelijkse, harde leven in een vissersdorpje en kleine door zon verlichte kamertjes.
Feestelijke ontmoetingen De schilders verwerven al snel faam op de internationale tentoonstellingen in Parijs, Wenen, Berlijn, Venetië en Chicago. Tot de meest prominente vertegenwoordigers behoren de Deense schilders Anna en Michael Ancher en P.S. Krøyer. Later volgen mensen als Christian Krohg en Oscar Björk. Doch ook schrijvers en dichters, zoals Holger Drachmann, voelen zich aangetrokken tot deze einde-van-de wereld-plek. Skagen krijgt de reputatie van een kunstenaarskolonie. Een die vergelijkbaar is met tal van andere dorpen op de artistieke wereldkaart zoals Barbizon of Pont-Aven. Of, zij het van minder grote orde, de bekende kunstenaarskolonies in eigen land als Bergen en Oosterbeek. P.S. Krøyer’s schilderijen behoren tot de meeste geliefde. Zijn genre en stijl geniet grote populariteit. Helder, licht en vrolijk met feestelijke ontmoetingen van de kunstenaarsgemeenschap of wandelingen langs het strand. Zoals zijn fameuze Hip Hip Hurray! dat na vier jaar in 1888 gereed kwam. Was dat werkelijkheid of een in scène gezet tableau? Een tentoonstelling die in de eerste helft van volgend jaar in het museum voor moderne kunst in Arken (ten zuiden van Kopenhagen) loopt, probeert daar een antwoord op te geven. Veel van zijn schilderijen ademen die ongekende blijmoedigheid. Anna Ancher groeit op in Skagen. Zij is de dochter van de waard van Brøndum en vormt door de jaren heen de verbinding, een sleutelrol tussen de lokale bevolking en de bezoekende gasten. De kolonie houdt tot eind jaren twintig van de vorige eeuw stand. Met het overlijden van de Anchers (Michael in 1927, Anna in 1935) en diverse andere sleutelfiguren in de kunstenaarsgemeenschap lijkt de ooit zo bruisende kolonie langzaam te ontbinden.
Magisch licht of wat anders? Nog altijd ademt Skagen, hoewel een van de belangrijkste havens van Denemarken (dit mede vanwege zijn strategische ligging aan het Skagerak, de sfeer van zo’n ouderwets vakantiedorpje. Maar waarom alleen vanwege het bijzondere licht helemaal naar het uiterste noordoostelijke puntje naar Jutland? Wat te denken van de zestig kilometer prachtige zandstranden. Het pittoreske vissersdorpje met zijn unieke idylle. Knus en kleinschalig. De romantische huisjes omgeven door bloemrijke tuinen begrensd door houten witte hekken, laantjes om door te slenteren, visserskroegen, restaurants met uitstekende, kakelverse vis, en schaal- en schelpdieren op de kaart. En, een ontspannen levensritme. Een weekje bijkomen in ultieme rust; in een van de kleine driehonderd huisjes en appartementen waarvan vele beschikken over een houtkachel en een privé-sauna, soms zelfs jacuzzi. Voor de kunstliefhebbers, al dan niet bewapend met ezel, kwasten en pigmenten hieronder in ieder geval een inventarisatie van plekken die op het lijstje van te bezoeken zaken moeten voorkomen.
Skagens Museum Dit museum werd in 1908 geopend. Doel was vooral de werken van de beroemde kunstenaars die in en om Skagen hebben gewerkt voor het nageslacht te bewaren. Sinds 1928 bevindt het museum zich in het gebouw dat Ulrik Plesner ontwierp. Een paviljoen in die karakteristieke felrode Deense baksteen, een van zijn geliefde bouwmaterialen. In de tuin van het museum ligt het Havehuset (tuinhuis) waar kunstenaars vaak verbleven. Ook Michael en Anne Ancher woonden hier totdat zij verhuisde naar hun huis aan de Markvej. Verder ligt hier het voormalige graandepot dat P.S. Krøyer omtoverde tot zijn eerste atelier. De collectie van het museum bestaat uit meer dan 1800 werken. Schilderijen, tekeningen, grafisch werk, sculpturen en keramiek. De nadruk van de collectie ligt op de periode 1870 tot 1930, de tijd dat de kunstenaarskolonie volop bloeide. Veel van de werken zijn aan het Skagens Museum bij leven gedoneerd door de verschillende kunstenaars, terwijl ook De Vrienden van het Museum met een zekere regelmaat een werk aankopen voor dit kunsttempeltje.
Michael en Anne Anchers Hus Zo’n doorleefd kunstenaarshuis ‘in optima forma’ alsof er ruim veertig jaar niets is veranderd. De bloemen staan nog in de vensterbank, de boeken liggen op dezelfde tafeltjes en het servies vult dezelfde kasten. Michael en Anne Ancher kochten het huis in 1884, kort na de geboorte van hun dochter Helga, die later ook verdienstelijk schilderes zou worden. Niet alleen de wanden zijn behangen met schilderijen en andere kunst, ook deurlijsten en deuren zijn gedecoreerd met vogels en bloemen. Niets lijkt aan de scheppingsdrang van de kunstenaars te zijn ontsnapt. Als het huis te klein wordt, ontwerpt de bijna informele dorpsarchitect Ulrik Plesner in 1913 een ruim atelier (hij had vijf jaar daarvoor ook het Skagens Museum gebouwd). Na de dood van Michael en Anna blijft het huis lang onbewoond. Dochter Helga had in haar laatste wil in 1964 aangegeven dat alles bij het oude moest blijven en in een stichting diende te worden ondergebracht: de Helga Ancher stichting. In 1967 opende het museumhuis de deuren voor het publiek. Naast Anchers huis staat Saxilsgaard dat in 1989, geholpen door andere sponsors, werd gekocht door de Helga Ancher stichting. Doel was vooral vlakbij het huis van de Anchers ruimte te hebben wisselende tentoonstellingen uit het omvangrijke oeuvre schetsen en studies van Michael, Anna en Helga Ancher te kunnen organiseren.
Villa Pax Minder bekend maar zeker een bezoekje waard is het huis van dichter Holger Drachmann. Hij koopt dit huis pas in 1902 voor 4000 DKK, terwijl hij al dertig jaar in Skagen komt. Voor hem was er in het huis dat in 1829 gereed kwam een bakkerij gevestigd. Hij noemt het Villa Pax en betrekt het met zijn derde gemalin Soffi Lasson. Al snel wordt zijn huis een geliefde ontmoetingsplek voor de artistieke incrowd. Er wordt gediscussieerd, gemusiceerd en uitgebreid getafeld. Na zijn dood in 1908 erft Soffi de villa. Al snel gaan geluiden op het huis als monument te behouden ter nagedachtenis aan Drachmann. Niet alleen de lokale notabelen, maar ook mensen uit de Deense hoofdstad steunen dit initiatief. Twee jaar later wordt het huis gekocht door het ‘Comité voor Drachmann’s huis in Skagen’.Voor maar liefst 16.436,44 DKK. Voorwaarde is wel dat huis en interieur als museum behouden blijft. Het huis omvatte alleen al ruim 150 schilderijen en vijftig schetsboeken.
Huiskamer van artistiek Skagen Niet alleen de musea en kunstenaarshuizen zijn een bezoek meer dan waard. Vooropgesteld dat je natuurlijk geïnteresseerd bent in kunst in algemene zin, en die schitterende regionale school van de Skagense schilders. Ook in Brøndums Hotel moet je beslist je gezicht laten zien. Al was het alleen maar om de inwendige mens te versterken, zoals de kunstenaars dat ook volop deden in de tijd dat kunstenaarskolonie bestond. De geschiedenis van Brøndums gaat terug tot 1840. In dat jaar begint koopman en waard Erik Brøndrum een herberg. In 1874 slaat het noodlot toe. De herberg gaat in vlammen op. Al snel wordt een nieuw pand gebouwd met een lange vleugel. Brøndums Hotel is overigens ook het huis waar schilderes Anna Ancher tijdens haar jeugd woont. Binnen nog geen twintig jaar is het al te klein. Een architect van naam, Ulrik Plesner, komt in 1892 naar Skagen. Aanvankelijk alleen om de vuurtoren te inspecteren die op dat moment wordt vergroot. Hij zal in de decennia daarop een belangrijke rol spelen bij de bouw van diverse panden en paviljoens voor de kunstenaarsgemeenschap. Allemaal in zijn favoriete bouwmateriaal: rode baksteen. In 1897 en 1909 volgen nieuwe uitbreidingen.
Voortaan hotel De herberg werd volwassen en heet voortaan hotel. In het begin van de twintigste eeuw komt een andere beroemde architect naar de top van Denemarken. Thorvald Bindusbøll. Zoon Degn Brøndum vraagt hem een eetzaal te ontwerpen die tevens kan dienen als schilderijengalerij voor alle kunstwerken die in de loop der decennia zijn verzameld. Deze eetzaal verhuist in 1949 integraal naar het aan de overkant liggende Skagens Museum, een instelling met wie het hotel lang, en nog altijd, een goede band onderhield. Aldus de laatste wens van de hotelier Degn Brøndum die sterk begaan was met het artistieke erfgoed van zijn dorp. Vreemd was de innige samenwerking tussen hotel en museum niet. Tot 1966 vormde ze één organisatie. En bovendien Brøndum bood onderdak aan de kunstenaars en het museum aan hun werk. De eetzaal kan nu worden gehuurd voor bijzondere feesten, partijen of presentaties.
Terug in de tijd Logeren in Brøndums Hotel is een belevenis voor wie stappen in de tijd terug wil maken. De aan deze tijd aangepaste kamers in het hoofdgebouw hebben geen eigen badkamer, maar net als vroeger, louter een wastafel. En die sfeer cultiveert men graag. De tijd mag hier een beetje stilstaan. Kopenhagers en andere grootstedelingen hebben het er graag voor over. Simpel maar comfortabel. Weg van het gehaaste bestaan. Voor luxe paardjes is er Admiralgaard, de beslist niet eenvoudige annex van het hotel, even verderop, dat ook door Plesner, in 1915, werd ontworpen. Hier beschikken alle kamers overigens wel over een eigen badkamer en toilet.
Aantrekkingskracht Schilder of niet. Ook zonder ezel is het volop genieten van het magische licht dat vooral in voor- en najaar zijn aantrekkingskracht al meer dan honderd jaar heeft behouden op mensen uit allerlei windstreken.
Voor meer informatie over Denemarken:
Voor meer informatie over de regio en het kunstenaarsleven:
www.skagensmuseum.dk
www.anchershus.dk
www.broendums-hotel.dk
Hoewel een bezoek aan Skagen buiten het voorjaar en de zomer beslist aan te raden is, vooral voor wie naast kunst ook van lange strandwandelingen met schitterende zonsondergangen houdt, moet wel rekening met de openingstijden van de verschillende musea en kunstenaarshuizen in Skagen. De meeste zijn buiten het seizoen (grofweg voor april en na september) slechts beperkt of helemaal niet open. Sommige zijn buiten het seizoen soms op afspraak open. Raadpleeg vooraf de verschillende websites.
Foto’s: Visit Denmark │ Cees van Roeden, John Sommer, Kristian Krogh, David Bartal, Jan Winther, Nicolaj Perjesi and others
Leslie Leijenhorst