Het Schrijflokaal

Logeren op een Finse hereboerderij

Als bij Oom Wanja thuis

In de regio Saimaa, ook de naam van het grootste meer van Finland, is het merenlandschap op zijn mooist. Hier zingen de wouden het zuiverst en liggen tal van sfeer­volle landhuizen en heren­boerde­rijen waar je te gast kunt zijn. Voor wie verlangt naar een idyllisch verblijf waar louter de natuur je buurman is.

logo

Landgoedwapen

Ook al is het oostelijk merengebied, een van de populai­rste vakantiegebieden van Finland, toch krijg je zelden het gevoel dat je onder de voet wordt gelopen door hordes toeris­ten. Zelfs niet in het hoog­sei­zoen. Terwijl dat kort maar krachtig is; grofweg de drie zomermaan­den juni, juli en augus­tus. “En hoe zit het dan met die aardige gevleugelde beestjes die het merengebied teis­teren?” zult u vragen. “Mug­gen?” be­doelt u. Daar heb je eigenlijk alleen in augustus last van. Want zodra de kou weer op komst is, slaan ze op de vluch­t.

Saimaa

sfeerbeeld uit vervlogen tijden (Foto's: Tertin Kartano)

sfeerbeeld uit vervlogen tijden (Foto’s: Tertin Kartano)

Soms rijden we einden zonder een ster­ve­ling tegen te komen. Het gevoel van rust, ruimte en stilte, dat hoort bij de zin­gen­de wouden, ervaren we overal. Voor de een thera­peutische weldaad, voor de ander om het Spaans benauwd te krijgen. In de regio Sai­maa is het groot­ste aantal huisjes te huur; vaak gele­gen aan een meer met een eigen steiger, of gewoon midden in het bos. Daarnaast kun je logeren op (heren)boer­derijen en landhuizen, veelal met een eeu­wenoude geschie­de­nis. Saimaa telt een aantal van deze accommo­daties. Veel stammen uit de tijd van het tsaristi­sche Rusland. Finland was immers van 1809 tot 1917 een Russisch groot­hertogdom.

Landhuis

Wij logeren op Terti Kartano, een oude hereboerderij in Norola, een landgoed zeven kilome­ter buiten Mikkeli. Een aan weerszijden met oude berken omzoomde laan leidt naar het­ flets roze houten landhuis. Achter het landhuis begrenzen houten paviljoens in ijzerrood geschil­derd een groot, groen gazon. Sierlijk wit tuinmeubilair staat onder een treurwilg. In de voormalige arbei­derskwar­tieren zijn vijf gastenka­mers onderge­bracht. Stuk voor stuk ingericht met antiek meubilair. Alle kamers kijken vanaf het terras uit op een vijver, bos­partijen en golvend akker­land­schap. Een over­dekte galerij verbindt de ver­trekken. Aan het einde ligt een sauna. Immers, wat is een Fins huis zonder zweethok? In het andere gebouw wonen de Pylkkän­ens zelf. Het landhuis zelf doet nu dienst als ont­vangstruimte, restau­rant en keuken.

Sinds 1664

Ze hebben zich duidelijk op onze komst voorbereid. Op hun Paasbest gekleed ontvangen Pepita en Matti Pylkkänen ons hartelijk als ‘Lady and Lord of the Manor’. Tertti is al sinds 1664 bekend als boerde­rij. Het land­huis werd in 1809 gebouwd. Het huidige exterieur da­teert van 1894. Over­grootvader en koopman Adam Pylkkänen liet het huis verbou­wen toen hij het in dat jaar kocht. Gedurende de Finse Winter­oorlog (1939-1940) en de Vervolgoorlog (1941-1945) waren de opperbevelheb­ber van de artillerie, de genie­comman­dant van het hoofd­kwartier en de stafofficieren van het Finse leger op Tertti gestationeerd. De grote Finse generaal Manner­heim had in het nabijgelegen Mikke­li zijn hoofdkwartier.

“Overgrootvader en koopman Adam Pylkkänen liet het huis verbouwen toen hij het in dat jaar kocht.”

St. Petersburg
Tertti is gebouwd door de Duitse architect Lübeck. Toch doet de laagbouw Russisch aan; een beetje als een ‘dat­cha’, zo’n typisch Russisch houten buiten. Dat komt mede door de karak­teristieke indeling. Een grote cen­trale ruimte geeft toegang tot de verschillende ver­trek­ken. De kamers aan de voor­zijde lopen in elkaar over, als een reeks vertrek­ken ‘en suite’, die in totaal maar liefst 38 meter lang is. De middel­ste voorkamer leidt naar het overdekte terras met bewingerde klimrekken. Het ­huis ademt nog altijd de sfeer van toen. De ruimten zijn groten­deels met het oude meubi­lair ingericht. Spiegels, so­fa’s, ladekas­ten zijn stille getui­gen uit St. Peterburg. Veel van het grote meubi­lair liet overgroot­vader Adam, die in goede doen was geraakt, eind vorige, begin deze eeuw in zijn stoom­boten via het Saimaa-meer en de kanalen uit St. Petersburg hierheen voeren. De oude gastenka­mers, het boudoir en de wapen­kamer zijn nu knusse eetkamer­tjes, sa­lons of kaartkamer. Alle met hun eigen stijl.

Eigen label
In de wapenkamer prijken tal van onderschei­dingen die Matti’s ouders voor hun eerste klas vee ontvingen, terwijl er eveneens een aantal ‘diploma’s’ tussen hangen die Pepita en Matti zelf verdien­den voor hun eigen prestaties als veehouder. Aan het plafond ‘zwev­en’ vijf vogels door de ruimte: vier hanen en een hen. Het zijn gepre­pareerde exempla­ren van de auerhaan, familie van de korhoender. De bil­jartkamer annex biblio­theek, waar nog altijd dikke folian­ten staan opgeborgen, doet nu dienst als verkoop­ruimte. Want Tertti maakt en ver­koopt ook een aantal producten onder eigen label. Huisgebrande koffie, mintgelei, bramenjams, grove mosterd. Om er een paar te noe­men. Een van de mooiste vertrek­ken is de salon in St. Peter­burgse stijl. Met zijn Victoriaan­se ogende meube­len krijg je het gevoel dat Tjechov’s Oom Wanja of een van de hoofdfigu­ren uit De Ker­sen­tuin elk moment kan bin­nen­wande­len. Het huis zou dan ook niet misstaan als decor in een toneelstuk van een van de 19e eeuwse Russi­sche schrij­vers. Van die stukken die zich afspeelden in krin­gen van de welge­stelde bour­geoisie. Zo’n huis waar de conver­satie zo nu en dan weg­sterft. En alleen de pendule, die hoor­baar tikt, soms samen met het roeren van de kof­fiele­peltjes, de stilte verbreekt.

Teckel en jachthonden
Het landgoed omvat 25 hectare akkerland en 200 hectare bos en meren; slechts vijf van de in totaal 188.879 meren die Finland telt. Het Saimaa-meer, niet ver hier vandaan, staat in de top vijf van Euro­pa’s grootste meren. De Pylkkänens leiden samen met hun 12 en 10 jarige zoons, Matti’s ouders en drie honden, een teckel en twee roodharige Finse jachthon­den het leven van hardwerkende heren­boeren die met beide benen op de grond staan. Door het jaar heen maakt het akker­bouwbe­drijf het leeuwen­deel van de activi­teiten uit. Daarnaast runnen ze vooral in zomer het hotel en restau­rant. Buiten het hoog­seizoen ontvangen ze gasten en organise­ren partijen in over­leg.

“Dat Tjechov’s Oom Wanja of een van de hoofdfiguren uit De Kersentuin elk moment kan binnenwandelen.”

Manier van leven
Matti ervaart zijn bezigheden niet als het leiden van een bedrijf. “Het is een manier van leven. Een goede plek om te wonen en te werken, waar we met drie genera­ties wonen. Want ook mijn ouders wonen hier.”Ze verkeren in de geluk­kige omstan­digheid dat ze groenten en fruit van eigen akkers en boom­gaard, krui­den komen uit de krui­den­tuin, vis en wild uit bossen en meren, net als bessen en padde­stoelen. De ouders van Matti hadden veel vee. De Pylkkänens hebben nu aan levende have alleen nog fazanten, en in de zomer kip­pen, schapen en var­kens. Vijfennegentig procent van de tongstrelende gerechten die op tafel komt, is afkomstig van eigen land, meren of bos. Een deel van het wild wordt door kok Sakari Niskanen, die net als Matti fervent jager en visser is, gescho­ten in Lapland. Zo nu en dan rijdt de kok, soms verge­zeld door de heer des huizes, naar het hoge noor­den. Meestal komt met een in­druk­wekkende lading wild en gevo­gel­te terug. Moeder Lisa verleent nog altijd hand- en spandiensten. Een keer per week maakt ze roggebrood, geba­seerd op een recept dat meer dan honderd jaar oud is. Wie toeval­lig die dag op Tertti logeert, mag het spekta­kel in de keuken aanschou­wen. Het deeg wordt in een grote kuip gekneed. “Eigen­lijk is dat geen vrou­wenwerk,” vindt Matti. Als het brood gebakken is, mogen we het proeven. Geurig, nog nadampend van de warmte, met boerenboter.

Sibelius
Die avond eten we paddestoelensoep, gebraden eend met bessengelei, en een typisch Fins dessert van gebakken kaas, ijs en bos­vruchten toe. Uit de boxen klinkt geen muzak, maar lichtvoeti­ge muziek van Mozart, Haydn en Borodin afgewisseld door zwaarder werk zoals Mahler, de Carmina Burana en De zwaan van Tuonela, een van de werken van Finlands muzi­kale meester Jean Sibelius. In een aangrenzende kamer tafelt een Italiaanse parketimpor­teur met zijn vrouw die door de lokale producent voor een aangenaam weekendje is uitgeno­digd. Ook zij genieten met volle teugen, blijkt uit de geanimeerde gesprek­ken.De volgende ochtend staat ons een rijk ontbijtbuffet te wach­ten. Ongegist zwart brood, roggebrood, verse kaas, geroos­terd lam, gemari­neerde haring, bessen- en bramengelei’s en jams, yoghurt. En allerlei andere onuitsprekelijke heerlijkhe­den. Koffie, thee en melk. Geen ‘jus d’orange’. doch een vruch­tendrank van rode vruch­ten uit eigen keuken.

Oude planten- en bloemsoorten
“Pe­pita is al vroeg naar Turku vertrok­ken,” zegt Matti. “Dat is vier uur rijden.” Dat geeft ook aan hoe groot de afstan­den in dit uitge­strekte land zijn. Boven­dien, veel snel­wegen zijn er niet in dit land met slechts 5 miljoen inwoners en minstens 13x zo groot als ons land. “Pepita is naar een tuin­beurs. Een paar jaar geleden hebben we het plan opge­vat om de tuin terug te brengen in de stijl van rond de eeuw­wisse­ling. Ze is op zoek naar leveranciers en kwe­kers van oude plan­ten- en bloe­mensoor­ten. Elk jaar vind ze wel weer wat van die tegenwoordig moei­lijk te vinden plan­ten en kruiden.”Na een stevig ontbijt gaan we op pad. Op zoek naar bes­sen, bramen en paddestoe­len. Matti is vandaag gekleed in een meer praktische dracht: ge­streepte polo, spijker­broek, groene laarzen en een ‘waxco­at’. Zoals een herenboer dat betaamt. Met zijn jeep rijden we naar het ‘jachtter­rein’. Als de zomer ten einde komt en de herfst zijn komst aankondigt, wordt het tijd voor de laatste activi­teiten buitenshuis. Bessen en bramen plukken en padde­stoe­len verzamelen is zo’n een natio­nale bezigheid. Of je nu in de stad woont in een nieuwbouwwijk of op het platteland. Voor direc­te con­sumptie of als voorraad – inge­maakt of ge­droogd – voor als de winter definitief is ingetre­den. Ieder­een die we tegen­komen vertelt ons desge­wenst, hoe het afgelopen week­end ze is vergaan. Hoe gelukkig ze waren? Of juist hoeveel pech ze deze keer had­den.

“Later als we meer naar het noorden reizen zullen we ook de gele arctische braam in het vizier krijgen.”

Kolonie paddestoelen
Al snel verla­ten we de hoofd­weg, nummer 5. Asfalt maakt plaats voor zanderi­ge bospaden die steeds smaller worden. Bij een kleine boerderij maakt Matti een kort praatje. We vervol­gen onze weg. Almaar dieper de Finse wildernis in; naar de plek waar hij eerder die week nog een kolonie padde­stoelen en bessen heeft gezien. Via loopsporen raken we steeds dieper in het bos. Plotseling ver­dwijnt onze gastheer uit beeld. Zigzag­gend tussen spich­tige berk­jes en fiere dennen door. Alleen zijn stem geeft ons nog enige richting. Edwin kijkt zorgelijk naar de bodem. want weldra blijkt dat de grond drassiger wordt. Mossen vormen veerachtige bodembedekkers. Goede laarzen zijn onmis­baar. “Stevige stappers had Matti toch gezegd!”. Met moeite vinden we kleine concentraties bessenstruikjes. Hier wat veen- en vossebessen, daar bramen en bos­bessen. Ook de lijs­terbes is ruimschoots aanwezig. Later, als we meer naar het noorden reizen, zullen we ook de okergele arctische bramen in ons vi­zier krijgen. De paddestoe­len­oogst is mager. We vinden ver­schillen­de soorten. Boleten, eekhoorntjesbrood, Lacta­rius trivia­lis, melk­zwam, en andere onbekendere soor­ten. Ze zijn er duidelijk in minder grote getale dan in voor­gaande jaren. Ook hier is de zomer ex­treem droog geweest. Bewapend met een speciale padde­stoelenmesje, snijden we ze los. Dit gereedschap heeft aan de ene kant een mesje, en aan de andere kant een borsteltje om de humus er af te borste­len. “Padde­stoe­len wassen is een doodzon­de,” aldus onze gids en gastheer.

Floribunda roos
Terug op Tertti toont Matti trots de bloementuin rondom de oude veestallen, waarvan alleen de muren nog overeind staan. Gestaag heeft de tuin weer zijn oorspronkelijke uit­straling gekregen. De tuin veranderde langzaam in bloemparadijs à la het Engelse Sissing­hurst. Rijke bloembor­ders die met hun subtiele parfums de neusvleu­gels beroe­ren en stralende kleuren die het oog stre­len. Een recon­structie van de tuin zoals hij er honderd jaar geleden ook uitzag. Inmid­dels hebben Pepita en Matti meer dan de helft van de oorspron­kelijke bloemsoor­ten weten te traceren. “Het blijft een hele klus.” Hij wijst ons op de zeldzame Tertti-roos, verwant aan de Maiden-roos; een fraaie zachtroze, licht­geu­rende floribunda-roos. “Deze roos is uniek in Fin­land. Alleen de botani­sche tuin van de Univer­siteit van Helsin­ki heeft een kloon in zijn collectie.” Ze vonden hem bij toeval terug.

Ruska
Afhankelijk van de breedtegraad en de eerste vorst kent Fin­land een bijzonder kortstondig natuurfenomeen: de Ruska. De voorbode van het donkere seizoen. Dit is de laatste stuip­trekking van de intense, maar korte zomer. Meestal begint het Ruska-seizoen rond medio september; een prachtige tijd om door Midden-Finland te toeren. We maken nog net het prille begin mee. Vol ver­wachting kijken we naar de weerberich­ten. Zou de eerste vorst toeslaan, voor­dat we huis­waarts keren. Die nacht vriest het licht. De bladeren van de bomen veranderen in een schreeu­wende, vlammen­de kleurenpracht, gelijk een schilder­palet. Oker­geel, linde­groen, roestbruin, herfst­rood. Een laatste levens­impuls voordat de bomen en struiken hun blader­tooi ver­liezen. Twee, drie weken, langer duurt het nooit. Dan zetten de blade­ren hun val in sneltrein­vaart in.

Mintgelei
Ons verblijf is als een droom voorbijgegaan. We willen graag nog een paar dagen blijven. We krijgen huisge­maakte producten mee; mosterd, bosbessenjam en mintge­lei. Het grint knirpt onder de banden terwijl we de beboomde allee langzaam afrijden. De ondergaande zon weerspie­gelt in het rimpelende water­oppervlak van de grote vijver. Een eenzame visser heeft zijn hengel uitgegooid.

Met dank aan het Fins Verkeersbureau, Finnair, Terti Kartano Mikkeli) en Reissi-boer­derij in Ruotsinkylä (provincie Uus­imaa)

Logeren op het platteland
In tegenstelling tot andere landen zijn landhuizen, herenboer­derijen, kastelen en buitens waar het publiek kan eten en/of logeren in Finland schaars. Laat staan dat ze verenigd zijn in een vereniging van eigenaren zoals in Groot-Brittanië of Ierland. De sfeer is er echter minstens zo sfeervol, maar veel ontspanne­ner, vaak met minder ‘plichtplegingen’. Finland blijft in hart en nieren een agra­rische natie. Naast de vele huis­jes in allerlei soor­ten en maten, is er een aantal (heren)boerderijen die over een aantal kamers beschikken en een eetgelegenheid of restaurant heb­ben.

Tertti ligt op 7 km. van Mikkeli (cen­trum, ­station en luchthaven), en op 230 km. van Helsinki. Je kunt er jagen, vissen of boottochtjes maken. Rivierkreeft­jes vissen en vissen bij fakkellicht alleen op afspraak. Een rijstal ligt op 1,5 km.

Voor informatie over boerderijvakanties: Travel Wise Wester­man, T 020 6382192.

Tertin kartano, Kuopiontie 68, FIN-50350 Norola (Mikkeli), Finland. T +358 (0) 15 176 012, F +358 (0) 15 176 386 E tertti(at)tertinkartano.fi, I www.tertinkartano.nl

 

(1995 door Leslie Leijenhorst)