Toen president Islam Karimov in 1991 aan de macht kwam, veranderde hij de naam van de Communistische partij in Democratische Volkspartij. De partijsecretarissen kregen weer de titel van ‘hakim’, een oude titel van voor het communisme. Het volgens de toeristenfolders hoogste standbeeld van Lenin in de voormalige Sovjet-Unie, en de buste van Karl Marx, beide in Tasjkent, maakten plaats voor een sculptuur van de grote 13e eeuwse heerser Timur. De straten kregen hun Oezbeekse namen terug. Van wezenlijke veranderingen was eigenlijk geen sprake. Het lijkt was meer een kwestie van bordjes omhangen dan dat er werkelijk sprake was een doorzettende ‘glasnost’ en ‘perestroika’. Karimovs boodschap komt er na al die jaren van hard beleid op neer: “Geen oppositie totdat Oezbekistan welvarend is. Heb begrip voor het eerste, help me bij het laatste.”
KLM
Aanvankelijk leek het er op dat in deze regio vooral Oezbekistan zou profiteren van het uiteenvallen van de Sovjet-Unie en de daarmee toegenomen ‘vrijheden’. Toch lijkt het industriëlere Kazachstan vooralsnog de beste kaarten te hebben. Ook Nederlandse bedrijven, als ABN AMRO, hebben er inmiddels een vestiging. En KLM besloot Almaty (de hoofdstad van Kazachstan) als eerste bestemming in Centraal-Azië in haar routenet op te nemen. Veel investeerders gaven Oezbekistan het Centraalaziatische land met de grootste bevolking (groot potentiëel arbeidsleger, op termijn omvangrijke koopkracht – weliswaar nog laag, maar met perspectieven), met een autocratische – doch stabiel – regime en de (te) langzame stappen naar markthervormingen lang niet altijd het voordeel van de twijfel.
Aral-meer
Oezbekistan is nog altijd sterk afhankelijk van katoen, ‘s lands belangrijkste exportprodukt. Het is de derde producent ter wereld. Katoen maakt 40% van de landbouwproduktie en 76% van de export uit. Om de grote afhankelijkheid te verminderen, probeert de regering enerzijds de produktie op een steeds kleiner wordend areaal te vergroten. En anderzijds met behulp van buitenlandse partners de katoengarenindustrie (met meer meerwaarde) een impuls te geven. De vorderingen zijn vooralsnog mager. Het prijskaartje voor de monocultuur is inmiddels al weer jaren geleden gepresenteerd. Door de massale irrigatieprojecten voltrok zich een van de grootste ecologische rampen ter wereld. Het Aral-meer, een van ‘s werelds grootste meren en bijna even groot als Nederland en België, verdween voor meer dan de helft. Verder probeert men de graanproduktie op te voeren tot het niveau van zelfvoorziening. Ooit was het een graanschuur van de Sovjet-Unie. Maar de graanindustrie is hopeloos verouderd. Zelfvoorzienend is het daarentegen wel als het gaat om ruwe olie. En het land profiteert de laatste jaren van zijn positie als een van de grootste goudproducenten – en dus hoge prijzen – ter wereld. Terwijl het land eveneens zijn andere minerale rijkdommen als koper, zink, lood, zilver en tungsten beter weet te benutten.
Hervormingsprogramma
Een kentering in de economische ontwikkeling tekent zich langzaam af. Het IMF sprak zijn waardering uit voor het liberaliseren van de internationale inwisselbaarheid van valuta en het verscherpen van de monetaire politiek. Tevreden was het IMF nog lang niet. Toch ontving het land US $260 miljoen ter stimulering van zijn hervormingsprogramma. De strengere monetaire politiek heeft er toe geleid dat de inflatie succesvol is beteugeld. Was deze in 1994 nog 1300%, inmiddels is het niveau teruggebracht tot rond 20%. De handelsvolume groeide in 1995 groeide met 13,2%. Vooral de handel met niet GOS-staten nam fors toe (van 41,5% in 1994 tot 56,5% in 1995) , terwijl die met GOS-staten afnam (van 58,5% naar 43,5%). Nederland stond in 1994 op de derde plaats van importeurs (15,2%).
Massey Ferguson
De buitenlandse investeringen nemen de laatste jaren toe. Vooral op het gebied van verzekeringen, management consultancy, textiel, geneesmiddelen, bouw, mijnbouw en transport zijn er goede mogelijkheden. De grootste investeerder is Turkije, gevolgd door de VS en Rusland. De regering geeft de voorkeur aan joint ventures. Deze brengen immers nieuwe kennis en technologie naar lokale bedrijven. Belemmerende voorwaarden voor het openen van dochterbedrijven zijn er nog altijd, maar het klimaat voor onafhankelijke investeringen lijkt te verbeteren. Ondernemingen als Daewoo, Daimler Benz en Massey Ferguson (VS landbouwmachines) openden inmiddels hun kantoren. Privatisering blijft een heikel punt. Eind vorig jaar was zo’n 2%, het merendeel in de agroindustrie, geprivatiseeerd. Doch in het merendeel van de gevallen behield de staat 51%. Strategische bedrijfstakken en sectoren als kostbare metalen en edelstenen, defensie, ruimtevaart, en het grootste deel van olie- en gasindustrie, blijven voorlopig helemaal in staatshanden. Ook al lijkt de verhouding tussen Oezbekistan en het Westen (zowel de VS als de Europese Unie) te verbeteren, beide regio’s blijven aanhikken tegen de weinig indrukwekkende prestaties op het gebied van mensenrechten en economische hervormingen. De druk tot hervormingen uit beide regio’s zal onverminderd aanhouden. Zolang er geen wezenlijke veranderingen op beide terreinen plaatsvinden, zal het Europese Parlement de Commissie onder druk blijven zetten om voorlopig af te zien van de ratificatie van het Oezbekistan-EU Partnership en Samenwerkingsverdrag.
International Financial Centre
Maar er zijn nog tal van andere hobbels. Net als in andere Aziatische landen is kantoorruimte vaak moeilijk te vinden. Het is schaars en de prijzen stijgen snel. De belangrijkste en duurste kantoren zijn te vinden in het International Financial Centre in Tasjkent (eigendom van de Nationale Bank). Kosten? Zo’n US $ 1000 per vierkante meter. Omdat de huizensector geprivatiseerd is, en daar dus veel sneller dingen te regelen zijn, kiezen bedrijven steeds vaker voor het renoveren van villa of appartement. Dat levert bovendien de faciliteiten op die men zelf wil. En het is nog goedkoper op. In tegenstelling tot elders in de regio is de alfabetiseringsgraad hoog: maar liefst 97.7%. Bijna de helft van de bevolking heeft een of andere vorm van middelbaar schoolonderwijs genoten. Taalonderwijs had echter tot voor kort geen prioriteit. Technische kennis is daarentegen goed ontwikkeld. Bedrijven kiezen vaker voor werknemers die hun talen goed spreken en trainen hen vervolgens ‘on-the-spot’, dan andersom. En bovendien beschikken Oezbeken over een ruime mate van technische en mechanische creativiteit. Het Zuid-Koreaanse concern Daewoo, een van de grootste investeerders, had bijvoorbeeld weinig moeite om voor zijn vestiging in Oezbekistan voldoende geschikte technische werknemers te vinden. Oezbekistan had tot voor twee jaar een van de slechtste telefoonsystemen in de regio. Veel buitenlandse bedrijven konden alleen maar functioneren dankzij satellietcommunicatie. Inmiddels zijn er verschillende contracten met onder meer een Canadees bedrijf gesloten om het telecommunicatiesysteem te verbeteren. En inmiddels zijn er drie courier services vanuit Tasjkent werkzaam: DHL, Express Mail en Uzbek American Services. Ook hebben tal van internationale banken, juridische internationale advocatenkantoren en andere accounting en consultancyfirma’s er een vestiging geopend.
Zaken doen met Oezbekistan blijft er een van lange adem. De Arnhemse zakenman Karel Aalbers, directeur van AEC Holland Groep, sinds begin 1995 honorair consul van Oezbekistan en al lang in Oost-Europa actief, kwam bij toeval in Oezbekistan terecht door zijn voorzitterschap van de voetbalclub Vitesse. Hij kent de klappen van de zweep. Mede door zijn Oosteuropese handelservaringen raakte hij ook hier betrokken in zaken. “Het zijn vooral de bureaucratische regels waardoor projecten in een land als Oezbekistan vaak vertraagd worden, of zelfs helemaal niet doorgaan. Bureaucratie is een lastige hobbel hobbel bij het onderhouden van relaties.” Aalbers fungeert vooral als bemiddelaar. Hij brengt bedrijven uit verschillende landen met elkaar in contact. Maar er zijn tal van andere hindernissen die men moet nemen, of ‘eigenaardigheden’ die men tegenkomt. Kredietgaranties zijn uiterst essentieel. Handelspartners moeten er voor zorgen dat er regeringsgaranties zijn, anders loopt men de kans dat het geld nooit komt. Het Britse Her Majesty’s Stationery Office dat in april van het afgelopen jaar voor 10 miljoen dollar aan schrijfwaren voor Uzbeekse kindertjes had geleverd, kon naar zijn geld fluiten. Er was geen officiële kredietgarantie. En nog een punt van aandacht. Oezbeken willen alleen dollars. En schone biljetten graag. Het wantrouwen grenst aan ongekende hoogte. Op de biljetten mag geen enkele aantekening voorkomen, en ze mogen evenmin ouder zijn dan 1990. De verbazing van een buitenlandse investeerder kende dan ook geen grenzen toen hij zijn stapel dollars terugkreeg omdat ze gevouwen waren!
Volgens het laatste vijfjarenplan moet toerisme de derde bron van inkomsten worden. Van alle Centraalaziatische republieken is Oezbekistan beslist het aantrekkelijkst. Liefhebbers van architectuur, handnijverheid en folklore komen hier volop aan hun trekken. Er zijn alleen al meer dan 4000 monumenten, waarvan vele op de wereldmonumentenlijst van de UNESCO – Erfgoed der Mensheid – staan, uit alle hoogtijperioden van de geschiedenis. In de afgelopen decennia is er veel opgeknapt. En nog altijd vinden er grootscheepse restauraties plaats, onder meer onder auspiciën van diezelfde UNESCO. Moskeeën, medressa’s (islamitische hogescholen), mausolea, en karavaanserai (herbergen waar karavanen overnachtten) krijgen hun oude luister terug. Sommige moskeecomplexen kunnen qua schoonheid makkelijk concurreren met de pyramides van Gizeh of de Maya-tempels in Midden-Amerika. En al mag het landschap in het westen en noorden uit eindeloze steppes, lemen dorpen en katoenvelden bestaan, het zuiden en de regio ten oosten van Tasjkent kent indrukwekkende bergruggen met groene valleien. Deze schitterende Ferghana-vallei loopt door tot in Kirgizië, het onrustige Tadzjikistan en het zuiden van Kazachstan. Die regio en naburige staten hebben vooral natuurliefhebbers en trekkers veel te bieden. Door de verbeterende randvoorwaarden wordt Oezbekistan als toeristische bestemming steeds aantrekkelijker. Van onrust, burgeroorlog of islamitisch fundamentalisme zoals in omliggende landen (Tadzjikistan) is nauwelijks sprake. Toch wordt alleen over het platteland rondreizen afgeraden. Zo kunnen politiecontroles, in het bijzonder bij alleenreizenden, niet altijd even plezierig zijn. Het aantal internationale luchtverbindingen met betrouwbare maatschappijen neemt geleidelijk toe, de visa-eisen en reisbeperkende maatregelen versoepeld. Tot een paar jaar geleden werden alleen visa verstrekt voor de (vooraf opgegeven) te bezoeken steden. Nu krijgt men er een voor het hele land. Na veel getouwtrek en allerlei financiële déconfitures openden afgelopen jaar eindelijk drie nieuwe hotels op vier- en vijfsterrren niveau deels onder Europese, deels onder Zuidoost Aziatische supervisie, in de toeristisch en zakelijk belangrijkste steden Tasjkent, Samarkand en Boechara hun deuren.
Met het ‘Mundo Maya-‘project als voorbeeld hebben UNESCO, de Verenigde Naties en de World Tourism Organization een aantal jaren geleden het iniatief opgepakt om ook de Zijderoute nieuw – toeristische – leven in te blazen. Het Mundo Maya-project was er een waarbij de vijf Maya-landen de handen ineen sloegen om zich gezamenlijk als toeristische bestemming te promoten. Niet alleen op publicitair gebied, maar ook op het gebied van de toeristische infrastructuur (hotels, vliegpassen), en het versoepelen van de visa- en grensfaciliteiten. Inmiddels vonden verschillende follow-up conferenties plaats. Doel van het Zijde Route project was vergelijkbaar. Het voor toeristen op termijn mogelijk te maken zonder te veel ontberingen de doorgaande route van Italië via Samarkand naar Peking te volgen. De route die Marco Polo ook maakte.
Toen Oezbekistan nog tot de Sovjetunie behoorde, ontving het ruim 1.100.000 bezoekers (zowel uit Sovjetunie als rest van de wereld) per jaar. Sinds het uiteenvallen van het immense Russische rijk is dat aantal danig gekelderd tot 580.000 (waarvan slechts 40.000 buitenlanders) in 1992. Onder het nieuwe bewind zijn mondjesmaat cijfers beschikbaar over de ontwikkelingen in toeristische sector. Dat geldt overigens voor bijna alle bedrijfstakken en sectoren. Vaak zijn de cijfers niet te vergelijken of spreken bronnen elkaar tegen. Zeker is in ieder geval dat de toeristische belangstelling gestaag toeneemt.
De hoofdstad Tasjkent wordt vaak hoofdzakelijk als aanvliegstad gebruikt. Doordat de stad in 1966 door een ernstige aardbeving werd getroffen, oogt de stad op tal van plekken nieuw en ruim. De vele parken, plantsoenen en vijvers doen hun best de gebouwen in de bekende troosteloze, Oosteuropese stijl te camoufleren. Wat de stad niet aan architectuur heeft, wordt rijkelijk gecompenseerd door museale hoogtepunten zoals het Museum voor Toegepaste Kunst, het Museum voor de Kunsten van Oezbekistan, en de Iski-Juva bazaar. Ook een ritje met de metro, de enige in Centraal-Azië, is een verplicht nummer. De metrostations zijn bijna net zo mooi als in Moskou. Een andere aantrekkelijke kant is dat je er voor een prikkie naar opera, ballet of klassieke concerten of theater kunt. Wie niet van opera houdt, kan in het Alisher Navoi theater in ieder geval de schitterende zalen bezoeken waarvan de wanden zijn ingericht door meesterhandwerkslieden uit de verschillende hoeken van het land. Probeer beslist een concert van de Paganini van Oezbekistan, Shukrat, bij te wonen. Hij is een virtuoos op de ‘ghidjak’, een soort Oezbeekse viool. Minstens zo de moeite waard is een concert van de Madonna van Oezbekistan. Yulduz Usmanova. Ze is mooi, eigenzinnig en swingend. De basis van haar muziek is onmiskenbaar Oezbeeks, maar het heeft Turkse, Iraanse, Arabische en zelfs wat Chinese invloeden. En ze schuwt evenmin een rapper of drums en basgitaar. Want ook in Oezbekistan staat de tijd niet stil. Haar cd’s zijn hier inmiddels ook bekend. Verder is er weinig nachtleven. Oezbeken vullen de avonden met diners en veel drank. De bar annex nachtclub op de 17e etage van het tot voor kort meest cosmopoliete hotel Uzbekistan, waar je alleen met dollars kunt betalen, kan men beter mijden. Die lijkt vaak te worden beheersd door Koreanen en Oezbeken met verkeerde zonnebrillen. En de kans dat je financieel wordt uitgekleed voor een vodkaatje is niet ondenkbeeldig. De Peacock nightclub in het Le Meridien is een betere optie.
Samarkand, even oud als Rome en Athene, is een van de mooiste steden van Centraal Azië. Het oogverblindende Registan-plein (zanderig plein), omzoomd door de drie medrassa’s – Ulughbek, Sher-Dor en Tilla-Kari – brengt het hoofd van menig toerist op hol. Vooral rond zonsopgang of na het vallen van de duisternis wanneer er een mystieke sfeer hangt. De medressa’s zijn rijk versierd met azuurblauwe tegelmozaïeken. Op het Registan-plein vinden regelmatig klank- en lichtspelen plaats die de turbulente historie van deze door de eeuwen heen door oorlog geteisterde regio verbeelden, en folkloristische voorstellingen met dansers gekleed in schitterende Duizend-en-een-nacht gewaden. Andere bezienswaardigheden zijn het Ulughbek observatorium uit 1428 met een sextant met een diameter van 60 meter en een lengte van 63 meter. Deze astronoom was zijn tijd ver vooruit. Met dit instrument kon men met frappante precisie de plaats bepalen van de zon, maan en de planeten. Verder verdient het Gur Emir mausoleum met de tombe van de grote heerser Timur – de binnenkamer is bekleed met 2,5 kg. Goud – en Shahi-Zinda, de ‘straat ‘ van de tomben, een religieuze pelgrimsplaats een bezoek. De beste show, de hele dag door, is de Siab markt. Daar beheersen kleurrijke jurken en sjaals, hoeden en tulbanden gedragen door allerlei nationaliteiten het beeld.
Boechara, een van de oudste steden ter wereld, was vroeger een bedrijvig handelscentrum, nu oogt het meer als een grote provinciale wat ingeslapen stad. De stad viert dit jaar zijn 2500-ste verjaardag. De sfeer verschilt sterk van Tasjkent alleen al door het geringe aantal bouwwerken in Sovjet-architectuur. Hoogtepunten zijn de Ulughbek medressa (1417; een complex van minaret, moskee en koranschool dat als voorbeeld diende voor anderen in de regio), de Ark – de citadel – en het mausoleum van Ismail Samani (10e eeuw) waar regelmatig koperslagers aan het werk. Van de vele overdekte bazaars zijn er nog slechts drie over, genoemd naar het ambacht of soort handel dat er werd gedreven. Die van de hoedjesmakers (‘tyubuleika’s’, het traditionele hoofddeksel), de juweliers en de geldwisselaars. Na de bazaars te hebben afgestruind, is het aangenaam toeven onder de eeuwenoude bomen in de theetuinen van Labi-hauz, onder de moerbeibomen, aan de vijver in het hart van de stad. Terwijl men de dorst met potten thee lest, kan men zich vermaken met het schouwspel van oude mannetjes, gelegen op luie, lage banken over geven aan een backgammon-achtig spel. Even buiten de stad trekt het zomerpaleis van de emir van Boechara, Sitorai Mohi Hosa menig bezoeker. Het is ingericht in een mengeling van Europees classicisme en een Duizend-en-een-Nacht sprookje.
Nog meer naar het noordwesten ligt Khiva. En hoe verder je van de hoofdstad komt, hoe oosterser de sfeer aanvoelt en hoe minder je merkt van de invloed van het voormalige Sovjet-periode. Een bezoek aan het ommuurde gedeelte van Khiva is als met zevenmijlslaarzen terug in de tijd. Soms lijkt het uitgestorven. Khiva is als één groot oosters openluchtmuseum. Al wandelend kom je van de ene in de andere oogverblindende belangrijkste bezienswaardigheid zoals de karavaanherberg Alloquli Khan (uit 1830), het Tosh-Kovli-paleis met Khiva’s meest overdadige interieur, met meer dan 150 kamers en negen binnenhoven, en de de Dzjuma moskee waarvan het dak wordt geschraagd met 213 fraai bewerkte houten zuilen.
Voor wie genoeg heeft van de duizelingwekkende schoonheid van het cultureel erfgoed, de monotone steppen- en woestijnachtige vlaktes en de eindeloze katoenvelden in de rest van het land is de vruchtbare Ferghana-vallei in het uiterste oosten een verademing. Een ontmoeting met de natuur. Aan de horizon verre uitlopers van de Himalaya, vruchtbare akkers, eindeloze wouden en snelstromende rivieren. Voor een actief intermezzo met mountainbiking, speleologie, rotsen beklimmen, trekking of heliskiing in dit land op het kruispunt van de Zijderoutes
De meeste hotels stammen uit de tijd van Intourist, nu Uzbektourism geheten. Bij de oudere hotels krijg je het gevoel dat er sinds de bouw, zo’n 25 jaar geleden, nauwelijks onderhoudswerkzaamheden zijn uitgevoerd. Zo kan het voorkomen dat er geen of alleen koud water is. In sommige voormalige Intourist-hotels is een deel van de liften al jaren ‘in onderhoud’. De hotelprijzen zijn zo mogelijk nog meer als in het westen een grote jungle waarin zelfs de ervaren zakenreiziger snel in verdwaalt. Het ‘walk-in’ tarief- is vaak (te) hoog. Hotels kan men het beste van te voren via een gespecialiseerde touroperator in Nederland boeken. Hotel Uzbekistan in Tasjkent, tot vorig jaar het ‘tophotel’ van het land, verdient nauwelijks drie sterren. Ook al was het hotel decennia lang het plek waar de partijtop, de Westerse diplomaten en zakenlieden hun onderdak zochten. Doch er zijn plannen om dit hotel op korte termijn grondig te renoveren. De kamers in de oude tophotels in Boechara en Samarkand zijn in vergelijking met die van hotel Uzbekistan heel acceptabel. Inmiddels zijn er drie luxe hotels in de belangrijkste steden klaar. Verwacht geen servicegerichte instelling (in hotels, horeca en winkels) en de glimlach zoals wij die bijvoorbeeld uit het Verre Oosten kennen. Die is meestal met een kaarsje te vinden.
Taskent: Uzbekistan Hotel, Khamza 45, Le Meridien, Uzbekistan Ovozi 2 – onder management van de vertrouwenwekkende Forte-Le Meridien groep en zo ongeveer ‘s lands beste hotel, tel.: (00 7 3712) 363995, fax (00 7 3712) 891318 – en Sayokhat, Buyuk Ipak Yuli 115, recentelijk gerenoveerd. Samarkand: Afrasiab, naast Kuk-Saray madoni, aan Registan, de enige en nieuwste parel aan de kroon; door groen omgeven, met alle denkbare faciliteiten. Hotel Samarkand, Universteti 1, is in trek bij conferentiegangers en andere groepen. En Datcha Residential House, Yusupov Usman 33, is een vreedzame plek in een statig pand temidden van een drie hectare groot park. In Boechara komen eigenlijk maar twee hotels in aanmerking voor de verwende reiziger. Bukhoro, Sorok Let Oktyabrya 6, en het Nova Bukhoro, achter het oude Bukhoro.
Plov en vodka
In zijn algemeenheid kent Oezbekistan geen restaurant-cultuur. Gegeten wordt er meestal in choyhona’s (theehuizen), café’s of bij eetstandjes met wat tafeltjes. Die zijn te vinden in parken, bij metrostations en in bazaars. Let op de eetstandjes waar het het drukst is. Een Uzbeekse maaltijd begint vaak met een uurtje aperitief. Veel vodka met hapjes. ‘Plov’ is een van de nationale gerechten, een variant op pilav-rijst. Licht gebakken rijst met flinterdunne stukjes groente en lamsvlees. Verder staat de stevige soep ‘shorpa’ en ‘shashlyk’ , gegrillde spiezen met schapen- of geitenvlees, bijna altijd op de kaart. Een ander gerecht dat je regelmatig tegenkomt is ‘laghman’, een maaltijdsoep met noedels en vlees. Ook Russische gerechten als ‘borsjtsj’ (soep met bieten, vlees en zure room) en ‘beef Novgorod’ worden regelmatig geserveerd. Door de grote Koreaanse kolonie, vooral in Tashkent, zijn er tal van Koreaanse restaurants. Sam Yang, Chilonzor 11, is een aanrader. De restaurants in de hotels hebben een uitgebreidere kaart en hebben vaak ook lunches en diners in buffetvorm. Brood vormt een belangrijk onderdeel van de maaltijd. Het brood doopt men in een dikke marmelade. Vaak staat er ook een pot thee op tafel. Als toetje worden vaak zoetigheden in de vorm van snoepjes en gedroogde vruchten, meloen en yoghurtachtige gerechten geserveerd. Liefhebbers van fastfood kunnen in de grote steden terecht, maar van een constante kwaliteit zoals wij die hier kennen van grote ketens is geen sprake.
In Tasjkent serveren de restaurants en coffeeshops van hotel Le Meridien de bekende vertrouwde kwaliteit. Het New World Buffet, op de 2e etage in het schitterende Navoi-theater is een adres voor een bijzondere gelegenheid. Blue Domes Café, in het park tussen Sharaf Rashidov en Buyuk Turon, is een populaire ontmoetingsplaats voor een lichte lunch, een snack of een drankje ‘s avonds. In Samarkand zijn de eethuizen vooral ‘s middags open. Na het vallen van de avond gaan weinig mensen de straat meer op. Naast de restaurants van de eerder genoemde hotels is ook het restaurant van Datcha Residential House, Usman Yusupov 33, de moeite van het proberen waard. Voor de lunch is het populaire openluchtrestaurant Yulduz Choyhona, bij Ulughbek Observatorium, beslist een aanrader. In Boechara zijn er behalve bij de B&B-adressen en de middelmatige restaurants van de hotels weinig mogelijkheden. De boerenmarkten bieden vegetariërs en de Kukluk bazaar in de oude stad – alleen op zondag – smakelijke waar. De meest ontspannen plek van de stad blijft Labi-hauz in het oude centrum.
Winkelen
Neem bij voorkeur US dollars mee (vooral kleine en nieuwe coupures) en wissel beetje bij beetje, want je krijgt amper wat voor de ‘som’, de lokale valuta, terug. 1 US S$ = circa 40 som. Bewaar de reçuutjes! Met creditcards kan men mondjesmaat terecht. Visa is nog het meest geaccepteerd. Maar de mooiste dingen zijn op de markt te koop, en daar betaal je contant. Onderhandelen behoort bij het spel. Oogverblindende souvenirs zijn onder meer Boechara-tapijten (de meeste komen uit Turkmenistan dat ooit deel uitmaakte van het khanaat van Boechara), fraaie gebeds- en wandkleden, kaftans, keramiek (veel blauwe en ultramarijn tinten), handsnijwerk, antiek en oud zilver, zijde en ikat-stoffen, edelstenen en andere handnijverheid. Liefhebbers van oude stukken vinden in de museumwinkel van onder meer het Museum voor Toegepaste Kunst in Tasjkent prachtige kunstvoorwerpen met daarbij behorende topprijzen. Ook in de hotelwinkeltjes en soms tijdelijke standjes in de hal van de tophotels kun je soms schitterende voorwerpen op de kop tikken. Vooral Boechara is ‘a shopper’s paradise’. Ook hier is men gek op dollars, maar er zijn in zijn algemeenheid men minder afzetpraktijken dan in Samarkand.
Uzbekistan Airways vliegt rechtstreeks van Amsterdam naar Tasjkent. De vrees om met een ex-Sovjet luchtvaartmaatschappij te vliegen is niet echt meer gegrond. De nationale carriers van de Centraalaziatische republieken zijn jonge maatschappijen die er alles aan gelegen is om met de beruchte Aeroflot-reputatie af te rekenen. Uzbekistan Airways vliegt op de internationale trajecten met A 310’s die in onderhoud zijn bij Lufthansa. En piloten, onderhoudstechnici als stewardessen krijgen regelmatig trainingen bij dezelfde luchvaartmaatschappij. Uzbekistan Airways, Weteringsschans 28c, 1017 SG Amsterdam, tel.: 020 5539553, fax: 020 6385307.
Paspoort: geldig paspoort plus visum. Bij pakketreis geregeld door touroperator of Uzbekistan Airways. Individuele reizigers kunnen terecht bij het consulaat van Oezbekistan in Arnhem, tel.: 026 4438847.
(ook gepubliceerd in Business Clas 1997 door Leslie Leijenhorst)