Een museum dat gewijd is aan de typische Portugese tegelkunst kan zich geen betere locatie wensen dan een complex dat bij de bouw, en in de eeuwen daarna, een schat aan fraaie tegeltableau’s aan haar wanden ‘verzamelde’: het schitterende Madre de Deus kerk- en kloostercomplex in Lissabon.
Azulejos zijn Spaanse en later hoofdzakelijk Portugese tegeltjes die vanaf de 14e eeuw werden geproduceerd. De meest gangbare verklaring voor de herkomst van het woord ‘azulejo’ is dat het zijn oorsprong vindt in het Arabische woord ‘az-zulayj’ dat kleine steen betekent. In de 15e en 16e eeuw importeerde Portugal azulejos vanuit Spanje. De toepassing werd wijd verbreid. In de eerste eeuwen werden tegels vooral in decoratieve schaakbordpatronen gebruikt. Later – tijdens de hoogtijdagen (1690 – 1750) – werden veel ingewikkelde tableau’s met landschappen en andere afbeeldingen gemaakt. Iedereen die Portugal bezoekt komt met het beroemde tegeltje in aanraking. Je hoeft maar door een willekeurige Portugese stad te slenteren. Waar je ook kijkt zul je ze tegenkomen. Als wandbekleding op huizen, in café’s, in restaurants, in kerken en kapellen, op stations, op luchthavens en in metrostations, als onderdeel van tuin- en parkontwerpen.
Kloostergang
Het museum werd in 1509 gesticht door koningin Leonor, weduwe van koning D. Joao II. Een deel van de collectie bestaat uit schitterende azulejo-panelen die onderdeel zijn van het complex zelf. Uit verschillende perioden, in verschillende stijlen. Deels geplaatst bij de bouw, deels later, toen andere gebouwen met fraaie panelen werden gesloopt. Het museum is grotendeels gehuisvest rondom de kloostergang. Maar ook de kloosterkerk, waar nog altijd missen, dopen en huwelijken worden gehouden, is te bezichtigen. Naast Portugese tableaus’s is er werk van de Hollandse Willem van der Kloet (1666-1747) te zien. Van der Kloet was een van de belangrijkste keramisten van die tijd. In het kerkschip is ook het grootste Hollandse paneel ter wereld te zien: een plattelandstafereel (1698); 23 tegels hoog, 52 tegels breed.
“In het kerkschip is ook het grootste Hollandse paneel ter wereld te zien.”
Smaakmakende ‘gastronomische’ panelen, afkomstig uit een 19e hamrokerij, sieren de wanden van wat nu het museumrestaurant is. Tot de historische hoogtepunten behoren onder meer het altaarfront van het Conceiçao-klooster uit Beja (begin 16e eeuw) en het gigantische paneel van Onze Lieve Vrouwe van het Leven, uit de oude Sint André-kerk in Lissabon (17e eeuw). Een nog groter pronkstuk is het paneel met zicht op Lissabon (circa 1700), uit het voormalige paleis van de graven van Tentúgal in Lissabon. Dat is meer dan één meter hoog en ruim 23 meter lang.
Azulejos
Aan het begin van de opstelling wordt een korte uitleg gegeven over de techniek en de materialen die men gebruikt bij het decoreren van de tegels. Daarna volgt een overzicht van de ontwikkeling van de ‘azulejo’ vanaf de vijftiende eeuw tot en met het heden. De nadruk ligt op tegelkunst. De collectie bestaat hoofdzakelijk uit Portugese ‘azulejos’, of uit buitenlandse tegels die in Portugal zijn toegepast. Dit vooral om de verschillen te tonen. Op de afdeling met hedendaagse kunst zijn ook een aantal driedimensionale keramiekwerken tentoongesteld. Veel musea hebben wel keramiek, doch de keramiekcollectie van die musea stopt vaak bij de negentiende eeuw. Het Museu Nacional do Azulejo telt bijna 5700 stukken.
“Een nog groter pronkstuk is het paneel met zicht op Lissabon (circa 1700), uit het voormalige paleis van de graven van Tentúgal in Lissabon.”
Hollandse panelen
Naast de Hollandse tegels in de kloosterkerk zijn ook elders in het museum Hollandse tegels te zien. Hollandse keramiektegels waren zowel door hun technische kwaliteiten als door hun artistieke raffinement erg geliefd. In tegenstelling tot lokale traditie van herhalende ‘tapijtpatronen’, waren de grote Hollandse panelen vaak verhalend. Met weinig kleur wisten Hollandse keramisten krachtige beelden neer te zetten, zoals de Dansklas (1707) van Willem van der Kloet. De latere keramist Luís Ferreira werd vooral bekend om zijn ‘trompe l’oeil’ van vazen en bloemen en allegorische figuren. Hij voorzag onder meer het interieur van het zeer populaire restaurant Cervéjaría Trindade en het exterieur van de Fábrica Cérâmica Viúva Lamego aan het Largo Rafael Bordalo Pinheiro, beide in Lissabon, van tableau’s in romantische stijl. De collectie van de fin-de-siècle keramisten met hun bonte, eclectische stijl wordt aangevoerd door Rafael Bordalo Pinheiro (1846-1905). Met het opzetten van de Fábrica de Faianças das Caldas da Raínha in 1884 zette hij een renaissance van de keramiek en de ‘azulejos’ in gang. Met de komst van Jorge Barradas, een van de belangrijkste 20ste eeuwse ontwerper van azulejo’s, ontstond een nieuwe generatie keramisten die samenwerkte met architecten en experimenteerden met nieuwe beeldende kunsten. Van de naoorlogse azulejokunst zijn vooral de tegeltableau’s die ook in de Lissabonse metro te zien zijn, de moeite waard. Zoals die van de stations die eind jaren tachtig gereed kwamen: metrostation Laranjeiras met de realistische sinaasappels van Sá Nogueira of de graffiti-achtige schetsen van Júlio Pomar op metrostation Alto dos Moínhos. Een voorproefje nemen kun je door het museum op Internet te bezoeken. Naast een Portugese is er eveneens een Engelstalige homepage.
Museu Nacional do Azulejo, Rua da Madre de Deus, P-1900 Lissabon,
T + 351 (0)1 8147747/99. Openingstijden: di 14-18 uur, wo t/m zo 10-18 uur. Maandag gesloten. Het museum is ook te ‘bezoeken’ via Internet http://www.eunet.pt/IPM/AZULEJO/azulejo.htm
(Eigen Huis & Interieur, 6/1999, speciale bijlage door Leslie Leijenhorst)