Hoewel het boek lijkt op een reisgids blijkt al snel dat het meer is. De eerste kleine veertig pagina’s zijn gewijd aan een uitgebreide toelichting over de ontwikkeling van de tuin tot aan de Middeleeuwen.
Weinig Franse middeleeuwse tuinen zijn in hun oorspronkelijke staat overgebleven. De meeste werden ontmanteld na de Franse revolutie en daarna stierven ook nog eens vele adellijke geslachten uit. Tekeningen waren er nauwelijks. Dankzij prenten, miniaturen en manuscripten zijn er toch voldoende belangwekkende bronnen bewaard gebleven die inzicht geven in beplanting en indeling van de tuinen. Te denken valt aan het tuinplan van Sankt-Gallen en het werk van Walafrid Strabo en Hildegard van Bingen. Hoewel er allerlei soorten tuinen waren, brengt Breuker ze in twee groepen onder” de kloostertuin en de kasteeltuin. De eerste bestond vaak uit een ‘herbularis’ (met kruiden voor medicinaal gebruik) en een ‘hortus’ (de moestuin). De kasteeltuin was er in het begin vooral als lusthof.
Het boek beschrijft 29 tuinen, verspreid over een groot deel van Frankrijk. Van de tuin van het nationale museum voor de middeleeuwen in Hotel Cluny in Parijs tot de labyrinthtuin van de vijf zinnen van kasteel van Yvoire (tegen de Zwitserse grens). Van de tuinen van de priorij van de Mont St. Michèl tot de middeleeuwse tuin van Uzès (in het departement Gard).
Achterin is de Capitulare de villis vel curtis impermeabilus opgenomen, een uitgebreide lijst van kruiden en groente die in de genoemde tuinen veelvuldig voorkwamen in middeleeuwse tuinen;
De tweede bijlage – de lijst met genoemde planten, die voorkomen in de besproken tuinen – in het Nederlands, Frans en Latijn – sluit het boek af.
Voor tuinliefhebbers die vaak In Frankrijk vertoeven, verdient Middeleeuwse Franse tuinen beslist een plaats in koffer of reistas.
Tekst: Leslie Leijenhorst
Middeleeuwse Franse tuinen. Hun geschiedenis, hun hedendaagse staat.
Auteur: Jelle Breuker
Uitgever: Aspekt
ISBN: 9789059112407
Jaar: 2011
Pagina’s: 222 pp.
Prijs: € 24,95