Het Schrijflokaal

Azoren – ‘Waves’, walvissen en wijn

Halverwege de vliegroute Lissabon-Boston ligt een archipel die bij menigeen louter bekend staat als de weerkraamkamer. De Azoren. Hier zou ooit het verdwenen rijk Atlantis hebben gelegen. Eeuwenlang was het een fourageplek voor schippers. In moderne tijden streken aluminium vogels er neer om bij te tanken voordat zij hun intercontinentale vlucht konden voortzetten. De mystieke aantrekkingskracht heeft de eilandengroep altijd behouden. Een reisbestemming met een vleugje avontuur, vol tradities en magische natuur, en een ongekende rust.

Theeplantage bij Gorreana, São Miguel.

Theeplantage bij Gorreana, São Miguel.

Vanuit de lucht heeft de eerste kennismaking altijd iets van een herkenning. Vooral als het vliegtuig net voor de kust van São Miguel de landing inzet op de luchthaven van Ponte Delgada. Naast stadjes, dorpen en industrieterreinen, zie je akkers, bossen en vooral ook sappige frisgroene weiden met grazende zwartbonte koeien voorbij glijden. Alsof ze zo uit het Hollandse landschap zijn geplukt. En vreemd is dat niet. Het merendeel van de koeien komt uit Friesland en de Noordduitse deelstaat Sleeswijk-Holstein. Landbouw is een van de belangrijke bedrijfstakken op de eilanden. Verbazen zal het daarom evenmin dat de Azoren met deze uitstekende voorwaarden de zuivelproducent van Portugal zijn. Melk, kaas en boter zijn vermaard.

Sinaasappeleconomie

Angra, hoofdstad Terceira. UNESCO Werelderfgoed.

Angra, hoofdstad Terceira. UNESCO Werelderfgoed.

Eenmaal onderweg op het eiland valt op dat er slechts twee grotere concentraties van stedelijke bebouwing zijn. Rond Ponte Delgada, de hoofdstad, en de tweede stad in het noorden, Ribeira Grande. Ook hier moderne rondwegen om de historische binnensteden te behoeden voor een verkeersinfarct. Al snel wijzigt zich het wegprofiel weer in oude landwegen soms omzoomd met oude bomen, dan weer door hoge hortensiastruiken, een veel gebruikt toeristisch beeldmerk van de archipel. Glooiende akkers wisselen eindeloze, groene, sappige weiden opgedeeld door lavastenen muurtjes als ware het een symmetrisch patchwork deken, af. Waar je ook komt, overal heerst een ontspannen, soms zelfs lome landelijkheid. Hier heeft men de tijd. Veel meer dan op Madeira. Her en der herinneren elegante landhuizen en buitenplaatsen aan de tijd dat men sprak van de sinaasappeleconomie, een welvarende periode in de negentiende eeuw, toen de sinaasappelteelt nog veel welvaart bracht. Toen concurrenten elders in Europa goedkoper konden produceren, zakte de markt in en switchte men naar andere subtropische gewassen als ananas en passievruchten. Producten die op allerlei manieren worden verwerkt. Als sap, jam of likeur. Een bezoekje aan een plantage met rondleiding en proeverij is een altijd weer een leuk uitje.

Theeplantage

De cosmopolite haven van Horta, Faial.

De cosmopolite haven van Horta, Faial.

Een andere favoriet zijn de theeplantages bij Gorreana, de enige plek in Europa waar thee wordt geproduceerd. Orange Pekoe, Pekoe, Broken Pekoe en de dorstlessende en zeer heilzame groene thee. De plantage is al sinds 1883 in dezelfde familie en wordt nog altijd op een ouderwetse manier gerund. Een paar machines en veel handwerk. In een zaaltje vullen dorpsvrouwen pakjes en builtjes. Een ander hoogtepunt is een tour langs de beroemde kratermeren, waarvan die van Sete Cidades de meest bekende is. Niet ver van het meer van Furnas ligt in de heuvels het gelijknamige dorpje. Hier hangt de sfeer van een ouderwets kuuroord waar men heen ging om te baden en heilzaam water te drinken. Momenteel wordt een oud badhuis grondig gerenoveerd tot eigentijds kuuroord. Overal zijn plekken met borrelend water en pruttelende modder. Verspreid door het dorp liggen tapplaatsen waar medicinaal water uitkomt. Elk weer voor andere kwalen. Liever sportief actief? Er zijn over het hele eiland tal van wandelroutes uitgezet, voor zowel beginners als gevorderden. En de golfer komt hier beslist ook aan zijn trekken. São Miguel telt momenteel twee banen, een derde is in aanleg, Terceira telt eveneens een golfbaan.

“Ze vervullen nogal altijd de functie van gemeenschapshuis bij religieuze feestelijkheden.”

Renaissance
Terceira, letterlijk de derde, is in grootte eveneens het derde eiland van de archipel. Ondanks de lange aanwezigheid van de militaire Amerikaanse basis lijkt deze nauwelijks invloed te hebben gehad op de sfeer van het eiland. Natuurlijk deed hier eveneens de vooruitgang zijn entree, maar van wanstaltige vercommercialisering en schreeuwend vermaak zoals op andere eilandbestemmingen is weinig sprake. Het gevoel dat de tijd hier, nog meer dan op São Miguel heeft stilgestaan, wordt groter naarmate je verder van de stadjes verwijderd bent. Op dit eiland ligt een fonkelende stedenbouwkundige juweel van de bovenste plank: het monumentale Angra do Heroísmo, kortweg Angra. In de tweede helft van de vijftiende eeuw werd de eerste nederzetting in de heuvels boven de baai gebouwd. In 1534 kreeg Angra de status van stad en werd begonnen met de aanleg van een nieuwe stad aan het water, in een strak renaissance patroon. Het werd daarmee de eerste moderne stad van het westelijk halfrond. Sinds 1983 staat het op de UNESCO Wereldmonumentenlijst. Want ondanks diverse aardbevingen wist de stad zijn oorspronkelijke erfgoed buitengewoon goed te koesteren. Het vriendelijke en ontspannen Angra grossiert nog immer in intieme pleintjes, plantsoenen en rijk gedecoreerde e monumenten zoals de kathedraal, het klooster São Francisco, met een van de meest interessante musea van de archipel, en de ernaast gelegen terrassentuin van de hertog van Terceira met een hoogteverschil van maar liefst meer dan zestig meter, en het overdadig gedecoreerde paleis van de Bettencourts. Angra staat ook bekend om zijn forten. Door zijn strategische ligging, halverwege beide continenten en de aanwezigheid van een landtong, de Monte Brasil, bouwde Philips II (bekend van onze Tachtigjarige oorlog) hier het grootste Spaanse fort, São João Batista, buiten haar eigen land ooit. Geheel functioneel bleek het aanvankelijk niet.

Impérios
Het eiland nodigt uit tot het maken van autotourtjes. De fraaie kustroutes bieden telkens weer verrassende vergezichten. Een van de aanraders is een tocht naar Praía da Vítoria, het tweede stadje van het eiland en geboorteplaats van de grote literaire zoon van de Azoren, Vitorino Némesio. Op weg er naar toe, valt al snel iets op dat op geen van de andere eilanden te zien is: kleurige kapelletjes gewijd aan de Heilige Geest. De impérios. Vaak zijn ze bont beschilderd en zeer fotogeniek. Ze vervullen nogal altijd de functie van gemeenschapshuis bij religieuze feestelijkheden. Een tocht naar het westen en noorden voert onherroepelijk naar Biscoitos, dat oogt als een lieflijk ouderwets badplaatsje met zomerhuisjes. De jongeren komen voor de in de lavarotsen uitgehouwen ‘piscinas naturais’ (natuurlijke zwembaden). Bij ouderen is deze plek bovendien bekend omdat hier de beste witte wijn van het eiland wordt gemaakt door het familiebedrijf Brum in Biscoitos. Deze familie komt oorspronkelijk uit de regio Luik-Maastricht, die hier eind negentiende eeuw neerstreek. Inmiddels runt de vierde generatie het bedrijf waar ook rode en bijzondere zoete Chico Maria worden gemaakt.

“Een opmerkelijk curiosum zijn de honderden, zo niet inmiddels duizenden kleurige tekeningen die de kademuren sieren. Als een gastenboek met soms fraaie kunstwerkjes van zeerotten.”

pic0035

Vulkaan van Pico, de hoogste berg van Portugal.

Vulkaanuitbarsting
Meer naar het westen liggen Pico en Faial. Twee eilanden die bij elkaar horen als broer en zus. Beide eilanden werden in de vijftiende eeuw door de Vlamingen bevolkt, na eerder door de Portugezen te zijn ontdekt. De eerste kwamen in 1468 onder leiding van Josse van Huertere. De aanwezigheid is nog altijd te herkennen aan familie- en geografische namen als Flamengos, een buurtschap net buiten de havenstad Horta. Hoe klein het eiland ook is, Horta ademt een opmerkelijke cosmopoliete sfeer. Dat komt vooral door de gunstig gelegen haven en de locatie tussen de continenten. In de eerste helft van de twintigste eeuw was het stadje de zetel van de overzeese kabelmaatschappij. Verder is het altijd in trek geweest bij schippers, als tussenstop, en bij zeezeilers die Horta passeren tijdens hun Transatlantische tochten. Een opmerkelijk curiosum zijn de honderden, zo niet inmiddels duizenden kleurige tekeningen die de kademuren sieren. Als een gastenboek met soms fraaie kunstwerkjes van zeerotten. Ook de Noor Thor Heyerdahl en landgenoot Connie van Rietschoten ontbreken niet. Even verderop ligt de Sports Bar, een verplichte pitstop voor alle zeebonken en zij die zich daarmee willen associëren. Voor een scheepsbitter of biertje, een voedzame snack of hartige maaltijd. Op de eerste etage ligt een klein museum gewijd aan de kunst van het ‘beschilderen’ van walvistanden met figuren en taferelen. Vroeger een heus ambacht en aangenaam tijdverdrijf in de donkere dagen. In 1958 kreeg Faial landuitbreiding. Een angstige periode voor de eilandbewoners die maanden duurde. Toen de rook was opgetrokken, bleek er door de vulkaanuitbarsting een nieuw schiereilandje te zijn verrezen. Het barre landschap bij Capelinhos oogt als een ideaal filmdecor voor een regisseur met plannen voor een maanfilm. Op het oude land ligt een interessant museumpje waar een tentoonstelling en een documentaire een boeiend tijdsbeeld toont.

Lavalandschappen
Aan de andere zijde van de zeestraat, het kanaal, ligt Pico. Van verre al herkenbaar door zijn uitgedoofde vulkaan, met zijn 2.351 meter de hoogste berg van Portugal. Vaak gehuld in een kring van wolken. Golven van vijf, zes meter gaan buitengaats te keer, maar de veerboot vaart uit, zoals al eeuwen; zelfs met hogere golven. Hoe herkenbaar wordt de titel van Vitorino Nemésio’s meesterlijke epos over het leven op de Azoren aan het einde van de negentiende, begin twintigste eeuw, Mal Tempo no Canal (Slecht weer op het kanaal) van een van Portugals grootste schrijvers van de vorige eeuw. Het weer heeft de communicatie tussen de eilanden altijd beheerst, ook nu nog. Hoe anders is het landschap aan de overkant. Hoewel alle eilanden vulkanisch van oorsprong zijn, is op Pico de zwarte lavasteen nog zichtbaarder dan elders. Markante door mensenhanden ‘verbouwde’ lava landschappen, de lajidos, zo ver het oog rijkt. Grijszwarte laagvlaktes met netwerken van paden en weggetjes die toegang geven tot piepkleine akkers omgeven door handgestapelde stenen muurtjes met uitbundige groene elementen. Her en der afgewisseld door stoere huizen in dito zwarte steen met felrode deuren en luiken. Op deze beschutte akkertjes wordt de beroemde wijn van Pico verbouwd zoals Lajido, Terras de Lava en Basalto. De beroemde ‘verdelho’ wijnen waren bij de Russische tsaren al geliefd.

Walvisvangst
De andere kurk waarop de fragiele economie van dit eiland dreef was de walvisvangst. Na het midden van de jaren tachtig van de vorige eeuw stopte de vangst, en ontwikkelde zich al snel nieuwe vorm werkgelegenheid met dezelfde bron. De walvis- en dolfijnsafari’s. Oordeel niet te snel over het bloedige verleden van de eilandbewoners. Sommige gidsen gaan niet eens meer in discussie met die belerende en natuurbeschermende West- en Noordeuropeanen. Bedenk dat er eeuwenlang nauwelijks een andere bron van inkomsten was in deze contreien. Armoe en honger waren orde van de dag. En vergeet evenmin dat ook onze Willem Barentsz in de zestiende eeuw Het Behouden Huys bouwde om tijdens de walvistochten te kunnen overwinteren. Opmerkelijk is dat dezelfde bewoners een nieuw emplooi hebben gevonden in dit oude métier. Niet meer gewapend met harpoen, maar nu gezeten in rubberboten met marifoon of mobieltje. Terwijl de toeristen, gehuld in oranje reddingsvesten, als enige wapen hun (video-)camera in de aanslag hebben. De traditionele uitkijkhuisjes langs de kust, die vroeger werden gebruikt voor het ‘spotten’ van de walvissen worden daar nog altijd voor gebruikt, maar nu om aan de expeditieleiders van de safari’s ‘Whale Ahoy’ te melden.

“Zo wordt de walvis nu op een diervriendelijke manier te gelde gemaakt.”

Duurzame variant
Hoe kleiner de eilanden, hoe meer ze in zichzelf gekeerd lijken, ook al zijn inmiddels voorzien van moderne luchthavens. Eenmaal weg van de transparante stationsgebouwen, draaiende radars en asfalt landingsbanen lijken de eilanden zich van je meester te maken. Ondanks het verlangen naar meer toerisme, kiest men voor een duurzame variant. Zo wordt de walvis nu op een diervriendelijke manier te gelde gemaakt, en kiest men bij de ontwikkeling van toeristische accommodaties voor respect en menselijke maat. Geen slaapbunkers, maar hotels en appartementen passend bij de omgeving. In toenemende mate worden oude boerderijen, huizen en villa’s omgebouwd tot accommodaties voor plattelandstoerisme. Men wil niet in de voetsporen treden van menig andere vakantiebestemming.

Hortensia’s
Nog verder, naar het noordwesten, op zo’n anderhalve uur vliegen liggen de westelijke eilanden: Flores en Corvo. Voor de fijnproevers, voor zij die niet bang zijn voor het geluid van de stilte. Voor rust- en einde-van-de-wereld-plek zoekers. Wandelen langs kratermeren, in het lokale café de krant lezen van het fotogenieke Santa Cruz das Flores en misschien een eenvoudig gesprekje aanknopen of eindeloos staren over de oceaan. Flores is het bloemeneiland bij uitstek waar het gros van de landwegen omzoomd is door de voor de inmiddels voor de Azoren zo karakteristieke hortensiastruiken. Hier bloeien ze nog meer dan elders op de archipel, in een nog grotere uitbundigheid. Vooral in de zomer als ze op z’n mooist zijn, en ze met al hun subtiele nuances wit, lichtblauw en lila tonen contrasteren met het intense groen.

Benjamin
Vanuit de haven vaart de veerboot regelmatig uit naar het kleine eilandje Corvo (kraai of raaf), de Benjamin van de archipel. De kleinste gemeente van de Portugese republiek met één dorp, Vila Nova do Corvo, en slechts een paar honderd inwoners. Hier ervaar je die eenzaamheid en het gevecht met de elementen, dat de bewoners al eeuwen lang voeren, in het kwadraat. Geniet van de simpele dingen die het leven hier biedt. Laat je meeslepen door een ongekende sfeer doordrenkt van onbeschrijfelijke magie. Doe aan bezinning of maak wandeltochten door het oude, ogenschijnlijk verlaten agrarische landschap en de ongerepte schoonheid. Dat zijn de Azoren op z’n best.

Persoonlijke tips

São Miguel
De historische binnenstad van Ponte Delgada.
De beroemde kratermeren van Lagoa das Furnas, Sete Cidades en Lagoa do Fogo.
De Terra Nostra tuinen, een van de mooiste van de archipel.
Theeplantages van Gorreana.

Terceira
Het historische centrum van Angra do Heroísmo
Quinta do Martelo, etnografische en gastronomisch centrum. Een historisch complex met boerderij, logeervleugel en tal van stijlkamers die toont hoe het leven vroeger op het land was.
Kaasboerderij Queijo Vaquinha in Cinco Ribeiras. Verkoop en proeverij van diverse jonge en semi-harde kazen.
Museu do Vinho dos Biscoitos. Museum en wijnverkoop.

Pico
Museu do Pico in Madalena (gewijd aan de wijnbouw).
Bezoek aan een van de adegas (wijnhuizen).
Museu da Indústria Baleeira in São Roque en het walvismuseum in Lajes do Pico.

Faial
Oude stadshart van Horta met musea.
Jardim Botânico do Faial in Flamengos, tuin met de meest uitgebreide collectie inheemse planten van de Azoren.
Vulkaanmuseum in Capelinhos.

Flores en Corvo
Voor liefhebbers van uitbundige bloemenpracht en ultieme rust.

Bijzondere accommodaties

São Miguel: Convento de São Francisco. Klooster uit 1525 in Vila Franca do Campo, de oude hoofdstad van het eiland.
Terra Nostra Gardens, Furnas. Soort kuurhotel met een natuurlijk zwembad omgeven door een van de mooiste tuinen en parken van de archipel.

Terceira. Absolute topper is het een kleine anderhalf jaar geleden geopende en liefdevol gerestaureerde Quinta de Nossa Senhora das Mercês in São Mateus (Angra do Heroísmo). Geleid door de charmante echtgenote van een oud-assistent van de gouverneur van Macau.

Faial. Pousada de Santa Cruz. Gehuisvest in een oud fort aan de haven met uitzicht .

Pico. A Albegoaria, Prainha. Twee gerenoveerde boerenhuisjes met ruime appartementen in een dorpje waar de tijd heeft stil gestaan.
Pocinho Bay, Madalena, is de plek voor wie ook op dit soorten eilanden graag logeert in accommodaties met hip design afgewisseld met memorabilia van de eigenaren die de hele wereld afreisden.

Wandelen

Net als de andere eilandengroepen in de Atlantische Oceaan zijn de Azoren een waar wandelparadijs. Naast de wandelgids uit de Sunflower reeks, Andreas Stieglitz, Wegwijzer voor de Azoren (ISBN 1 85691 009 1), zijn er diverse lokale wandelgidsen en – beschrijvingen zoals Azores Nature Walks en Nature Trails in the Azores; beide uitgegeven door de Direcçao Regional de Turismo dos Açores. Azores Nature Walks is het meest uitgebreide van de laatste twee. Per wandeling wordt aantal kilometers, gemiddelde tijdsduur en moeilijkheidsgraad aangegeven.

Ligging

De Azoren liggen midden in de Atlantische Oceaan, grofweg op de lijn Lissabon-Boston (Verenigde Staten). Hoofdstad is Ponte Delgada. De archipel bestaat uit drie delen; de oostelijke, de centrale en de westelijke groep.

Beste reistijd

Realiseer u dat de eilanden sterk afhankelijk zijn van verbindingen over water en door de lucht. Weer, vooral wind, is een geduchte spelspreker in bepaalde periodes van het jaar. Wees er op voorbereid dat u niet altijd het afgesproken programma kunt volgen. April en mei, en juli t/m oktober zijn in zijn algemeenheid de mooiste maanden. Juni kampt vaak met veel mist.

Klimaat

De Azoren hebben een zeeklimaat. De gemiddelde temperaturen door het jaar liggen tussen 13° en 22° C, met in de zomer uitschieters naar 25° C. De jaarlijkse neerslag varieert van 700 mm in Ponte Delgada tot 1.700 mm in Santa Cruz das Flores.

Prijsniveau

Espresso (‘uma bica’): gem. € 0,50, een lokaal petit four (‘doces’) € 0,80 – 1,10,  eenvoudige middagmaaltijd met biertje tussen € 4 en 8. Flesje wijn € 5 t/m 8. Hoofdgerecht in een luxe restaurant: € 13 – 15.

Zandstranden

De Azoren kennen weinig zandstranden. Santa Maria heeft de mooiste witte zandstranden. Verder heeft Terceira bij Praia da Vitória een zandstrand. Ook Faial en São Miguel beschikken over een aantal stranden. De andere eilanden beschikken over zogenoemde ‘piscinas naturais’ (natuurlijke zwembaden), in lavarotsen aangelegde zwembassins met zonneweides, strandtentjes met betonnen terrassen.

Walvis- en dolfijnsafari’s

In de wateren rondom de Azoren leven meer dan twintig verschillende walvisachtigen. Een absolute belevenis is het maken van een walvis- en dolfijnensafari. Vanaf São Miguel worden het hele jaar door safari’s georganiseerd. Vanaf de centrale eilandengroep, vooral Faial, Pico en Terceira, vinden de safari’s hoofdzakelijk in de periode juni t/m augustus plaats.

Aanbevelenswaardige leesliteratuur:

Romana Petri, De Vrouw van de Azoren, Arbeiderspers, ISBN 90 295 3657 8
Roman over vrouw die een zomer een huis op Pico huurt in the middle of nowhere. Het eiland lijkt zich geheel aan de moderne tijd te hebben onttrokken te hebben.

Vitorino Nemésio, Stormy Isles: An Azorean Tale, Gavéa-Brown, ISBN 0 943722 24 1 Prachtig epos over de verschillende eilanden, in families van verschillende rangen en standen in het voorlaatste fin-de-siècle van één van de beroemdste 20-ste eeuwse Portugese schrijvers en televisiemakers, oorspronkelijk afkomstig van het eiland Terceira (Azoren).

Met dank aan ICEP/Portugees Verkeersbureau Den Haag, TAP Air Portugal, SATA en Associaçao Turismo Açores

Voor meer informatie:

Portugees Verkeersbureau, Haagsche Bluf 63,
2511 CP Den Haag, T 0900 265 89 99,
E info(at)visitportugal.com, I www.visitportugal.com

 

(1 juni, 2007, eerder als verkorte versie gepubliceerd in Arts & Auto, juni 2006 door drs. Leslie Leijenhorst – Foto’s: Associaçao Turismo Açores)