Het Schrijflokaal

Krachtige kleuren en vormen bepalen tuin Prins Eugen

Op Djurgården, een van de vele eilanden waarover de Zweedse hoofdstad uitwaaiert, lagen ooit de koninklijke jachtgronden. Her en der wisselen eeuwenoude boerderijen, bossen en weilanden af. Aan de zuidoever werden aan het eind van de negentiende, begin twintigste eeuw fraaie villa’s opgetrokken en buitenplaatsen aangelegd. Vaak werden het oases binnen deze uitgestrekte oase. Eén ervan was Waldemarsudde, de riante villa van schilderprins Eugen (1865 – 1947).

Impressies galerieterras (Foto's: Prins Eugens Waldemarsudde)

Impressies galerieterras (Foto’s: Prins Eugens Waldemarsudde)

Alhoewel schilderen zijn absolute passie was, speelde alles wat met tuinieren te maken had beslist geen tweede viool. Als kunstenaar had hij een grote belangstelling voor bloemen, planten en landschappen. Hij hield van krachtige vormen en kleuren. Als het om bloemen ging, waren vooral wit, geel, blauwtinten en purper zijn lievelingskleuren. Al eerder had hij rond zijn vorige residentie op het platteland, bij Tyresö, een tuin naar eigen idee aangelegd. Snel nadat hij zijn intrek in Waldemarsudde, deze ‘stadse locatie’ in het groen, op Djurgården (letterlijk dierenpark of -tuin), had genomen begon hij samen met tuinbaas Lindgren en zijn medewerkers met de aanleg van deze tuin. Het werd geen kopie van een of andere tuin, maar een met een geheel eigen stijl. Verschillende sferen wisselen elkaar af.

Mälaren

Impressies galerieterras (Foto's: Prins Eugens Waldemarsudde)

Impressies galerieterras (Foto’s: Prins Eugens Waldemarsudde)

Om zijn groeiende kunstcollectie te huisvesten, besloot hij tot de bouw van een speciaal paviljoen. Voor deze uitbreiding ontstond een van de kleurrijkste delen van de tuin: het galerieterras. Dit terras was een van zijn favoriete plekken. Hier genoot de prins vaak met volle teugen van de zilveren glinsteringen op het wateroppervlak van een van de rivierarmen van de Mälaren dat met zijn vele vertakkingen Stockholm doorsnijdt; en, van het uitzicht op de rotsige hoogten waarop het zuidelijke stadsdeel Södermalm is gebouwd. Klimrozen als ‘American Pilar’ en ‘Gloire de Dijon’ reiken langs de flets okergeel gekalkte muren naar de dakgoot. De laatstgenoemde roos is waarschijnlijk geplant in de tijd dat de prins zelf nog op Waldemarsudde woonde. In het vroege voorjaar bloeien in de vakken en de borders dubbele vroege tulpen, driekleurige viooltjes en verschillende soorten narcissen.

“Klimrozen als ‘American Pilar’ en ‘Gloire de Dijon’ reiken langs de flets okergeel gekalkte muren naar de dakgoot.”

Oervader
Later in het seizoen maken deze plaats voor een bont en zomers bloemenbeeld. Naast vaste planten bloeien er veel eenjarigen als Cosmos, leeuwenbekjes, afrikaantjes, dahlia’s en heliotroop. Beeldhouwwerken als een denker van Rodin en een Hercules lijken aan de tijdelijkheid van de bloei te zijn ontsnapt. Ook die oh zo Hollandse tulpen trokken elk voorjaar weer de aandacht van prins Eugen. In het museumarchief bevinden zich nog allerlei oude catalogi, prijslijsten en rekeningen van aankopen van onder meer Duc van Thol-tulpen. Deze markante, vroegbloeiende lage tulpjes waren tot eind negentiende, begin twintigste eeuw in ons land, maar ook elders in de wereld, heel populair. De oervader van deze legendarische tulp gaat terug tot het eind van de zestiende eeuw. De oudste nog altijd bestaande cultivar stamt uit 1595. Nu wordt deze alleen op zeer bescheiden schaal, zij het niet meer commercieel, gekweekt door een hele enkele liefhebber en in de Hortus Bulborum in het Noord-Hollandse Limmen. Marina Rydberg, hoofd tuinen van de voormalige prinselijke residentie, is van plan de oude cultivars opnieuw te introduceren. Net zo als men in de laatste decennia de tuin al op tal van plekken zo veel mogelijk in lijn heeft gebracht met de plantlijsten uit de periode 1948 – 1950, die van net na de dood van de prins.

Schilderen
Op één bloem was hij zo mogelijk nog gekker: een hoogreikende papaversoort. In een brief aan zijn moeder, koningin Sophie, schrijft hij: “Als ik na het schilderen een passie zou moeten noemen, dan zijn dat bloemen. Mam, je zou de Papaver orientalis nu eens moeten zien bloeien. Die komt tot aan mijn borst.”

Waldemarsudde, Prins Eugen’s Väg 6, Stockholm, Zweden, T +46 (0)8 545 837 00.
Voor meer informatie: 
www.waldemarsudde.se

(ook gepubliceerd in Nordic 3/2005, door Leslie Leijenhorst)