Het Schrijflokaal

Een teddybeer met een ‘Don’t Disturb button’ zorgt dat je niet gestoord wordt

D E O M W E G W A A R D : K I N N A I R D

“Bij Dunkeld,” zei onze informatie. Maar waar? Een­maal van Schotlands verkeersader, de A 9 die naar het uiterste noor­den voert, afgeslagen, werd het zoeken gebla­zen. Aan de lange, bochtige weg leek geen einde te komen. Toen we de moed bijna hadden opge­geven, was de opluchting des te gro­ter. Tussen hoge rhododendrons ontwaarden we een keurig hek met een ge­poetste kope­ren plaat dat ‘Kin­naird’ meldde.

(Foto: Kinnaird Estate)

(Foto: Kinnaird Estate)

Kin­naird bleek in Dalgui­se te liggen. Geen dorp en ook niet op onze kaart. Aan de B 898. De ont­vangst is allerhar­telijkst. Terwijl we genieten van een kop thee op de gebloemde sofa bij een knap­perend open haardvuur temidden van geurige bloe­men en coffee­ta­ble books wordt de check-in gere­geld. De sfeer is huise­lijk. Veel van het perso­neel werkt er al lang. Van toen Kin­naird nog de residentie van de Wards was. ‘

Het buiten werd in 1770 gebouwd als een indrukwek­kende ‘sporting lodge’ voor de graaf van Atholl. In 1927 kwam het in het bezit van ‘the Hon. Lady Ward’ die het naliet aan haar zoon Regi­nald. Deze woonde er lang met zijn Amerikaanse vrouw Con­stance Cluett Ward. Eind jaren ’80 beslo­ten ze dat het huis te bewer­ke­lijk werd om er te blijven wonen. Een klein privé land­huis­ho­tel leek hen wel wat. En juist op dat moment liet ‘Reggie’ zijn vrouw alleen achter. Con­stance Ward, nu 65, bruist nog immer van energie. En alhoewel haar doch­ters de ‘esta­te’ meerun­nen, leidt ze Kin­naird Estate met recht­vaar­dige doch straffe hand.

Hoofd van de witte brigade is John Webber. Na jaren in Londen te hebben gewerkt, werd het tijd voor een nieuwe uitdaging. Die kreeg hij in Gidleigh Park (Devon) waar hij ruim zes jaar werkte. Vervolgens drie jaar in Clive­den (Berk­shire). Daar ont­moette hij de Wards die hem vroegen of hij er niets voor voelde een eigen restaurant te beginnen. Sinds 1989 dus op Kin­naird, waar hij aan de wieg stond van het res­tau­rant. Prompt won hij de titel ‘Most Promi­sing New Res­tau­rant in Scotland’. En mede dank­zij John Webber staat de Schot­se keuken eindelijk op de gastronomi­sche landkaart. Aan de ver­rukkelijke ingre­diënten die dit land levert, kan het nooit gelegen heb­ben. Alhoewel (te) weinig van de goede dingen boven de grens blij­ven. Sinds de opening van zijn nieuwe restaurant opende al­lengs meer veel­belo­vende restau­rants en hotels hun deuren.”

“Prompt won hij de titel ‘Most Promising New Restaurant in Scotland”

John’s eten is robuust maar oogt attractief. De menukaart is overzichte­lijk. Zes entrées, zes hoofdgerechten en zes des­serts. Een greep uit de kaart: terri­ne van gerookte en gemari­neerde zalm, gesmoorde lamsschenkel met een erwten­mintmousse, en gegla­ceerde pruimen­taart met calvados. De zalm betrekt hij van de ‘esta­te’. Door het landgoed stroomt immers Schot­lands wereldberoemde zalm­rivier, de rivier Tay. En boven­al be­schikt Kinnaird Estate over twee van de mooiste ‘beats’ (viso­evers). De vangst wordt gerookt in een kleine am­bachte­lijke roke­rij van David Louden, ooit ban­kier, in het naburige stadje Dun­keld. De andere ingrediënten zoals lam, Angus beef en kazen komen van kleine boerderijen uit de buurt. De wijnkaart is lang en eclectisch. Naast grote huizen zijn er ook eenvoudiger (huis-)wijnen die veelal ook in (halve) fles­sen of per glas worden geser­veerd. En ook de whisky is ruim­schoots vertegen­woor­digd.

 

Kinnaird is zonder meer Schotlands meest ultieme landhuisho­tel, waarbij het woord ‘hotel’ niet op zijn plaats is. Meer een privéhuis waar gasten worden ontvangen. Het hoofdge­bouw telt acht kamers en een suite. Allen zijn genoemd naar plekken op het ruim 3600 hectare grote landgoed. Vanuit de kamers aan de voorzijde heb je fantastisch uitzicht op de Tay Valley, waar de kraamka­mer van de Schot­se zalm ‘stroom­t’. Daar­naast zijn verschillende cottages en huis­jes op het land­goed verbouwd tot sfeervolle apartemen­ten. Er hangt een sfeer alsof de tijd stil heeft gestaan. Mensen uit het Edwardiaanse tijdperk kunnen er zo weer binnen wande­len. Stemmige familie­portretten hangen aan de muur van het restau­rant. Opgezette kanjers van zalmen en andere vis­sen, in glazen vitrines, sieren de wanden in de biljartka­mer, gevan­gen in de loop der tijd door leden van de familie Ward.

Een teddybeer met een ‘Don’t Dis­turb’-button zrogt dat je niet wordt ge­stoord, tenzij je nog ruim­schoots voor het ontbijt wakker wilt worden met ‘early morning tea’, terwijl het hele huis nog in diepe slaap ver­keert, de vogel­tjes begin­nen te ontwaken en het langzaam licht wordt.

 

Kinnaird, Kinnaird Estate, by Dunkeld, Perthshire, PH8 0LB, Schotland, tel.: +44(0)796 482440. Restaurant open: 12.30 – 13.45 uur en van 19.00 – 21.30 uur. Vegetarische maaltij­den op ver­zoek.

(Alliance, juli/augustus 1994 door Leslie Leijenhorst)