Paul Verschuren is de rooms-katholieke bisschop van Helsinki. Al bijna 30 jaar staat hij aan het hoofd van de Finse kerkprovincie. Toch mist hij Nederland nog steeds een beetje. Onlangs vierde hij zijn 70ste verjaardag.
Brabant
Verschuren zat in Rome toen hij werd gevraagd. Daar was hij rector van een priestercollege. De overgang was groot. Wat hij vooral mist? “Gebrek aan zichtbaar verleden. In Brabant waar ik vandaan kom zie je in de steden en dorpen overal geschiedenis om je heen. Die ontbreekt hier. Dat geeft je soms het gevoel ontworteld te zijn.” Finland is een jong land. Pas aan het begin van de vorige eeuw begon men huizen van steen te bouwen. Buiten Turku en Rauma (overigens grotendeels van hout) is er eigenlijk geen stad waar veel monumenten ouder dan 200 jaar zijn. Ook had hij aanzienlijke problemen met de taal. Nog steeds laat hij zijn brieven en ambtelijke stukken nakijken. Verder is er een groot verschil tussen de Finse mentaliteit en die van het warme Brabantse leven. Mensen zijn erg op zichzelf, een beetje verlegen, gaan nogal hun eigen weg. Maar bij hoogtijdagen ontstaat er soms een verrassende verbroedering. Toen de Paus bij hem op bezoek kwam, bood Verschuren’s residentie te weinig ruimte. De buurman bood spontaan slaapplekken aan. “Nog altijd proef je duidelijk de agrarische achtergrond van de Finnen. In de grond genomen zouden zij, nog meer dan Zweden en Noren, het liefst een agrarisch bestaan leiden.” Verschuren noemt twee voorbeelden: “Op vrijdagmidag maakt menig directeur zich op om het door-de-weekse keurslijf te verruilen voor zijn simpele weekendhuisje op het platteland. Ook zie je hier veel vaker een foto in de krant van een minister die hout zaagt, die ambachtelijk werk doet. Dat is typisch Fins!” Met de Nederlandse gemeenschap heeft hij niet zoveel contact. Groot is die ook niet. Hoogstens honderd mensen.
“Mensen zijn erg op zichzelf, een beetje verlegen, gaan nogal hun eigen weg.”
Heilig Hart
Ten tijde van het Russische rijk (Finland was van 1812 tot 1917 een groothertogdom onder de tsaar) waren er nauwelijks katholieken, behalve die paar Poolse soldaten voor wie in 1860 een kerkje was gebouwd. Pas vanaf 1907 krijgt het rooms-katholicisme weer enige betekenis. In dat jaar vraagt de enige Finse priester, stichter van de priesters van het Heilig Hart, in Nederland hulp voor het werk in Finland. Geleidelijk aan komen er een aantal Nederlandse priesters. Finland wordt vicariaat en in 1923 wordt de eerste Nederlandse vicaris Michael Bux tot bisschop gewijd. Gulielmus Cobben volgt hem elf jaar later op, om in 1967 door Paul Verschuren te worden opgevolgd.
Oostbloklanden
Verschuren’s diocese telt zeven parochies met in totaal 6.200 zielen. Het aantal gelovigen is groeiende. Twee jaar geleden waren er ruim 5.000 op een totale bevolking van 5 miljoen inwoners. De aanwas komt vooral uit Polen en andere voormalige Oostbloklanden. Bovendien verwacht hij dat er door de toetreding tot de Europese Unie meer mensen uit de zuidelijke landen zullen komen.” Paul Verschuren blijft nog vijf jaar aan. “Bij het bereiken van 75 moeten we ons ontslag nemen.” Ook al mist hij Nederland nog steeds wel eens, hij heeft besloten na zijn pensionering in Finland te blijven. Hij onderhoudt uitstekende betrekkingen met zijn Lutherse en Russisch-orthodoxe collega’s. Afgelopen november ging Verschuren voor het eerst met de Lutherse bisschoppen van Uppsala en Turku tezamen met raadgevers en de Rooms-katholieke bisschop van Stockholm naar Rome. Een novum in de Scandinavische oecumene. Toch blijft hij een beetje een buitenbeentje. Zijn bisdom telt weinig zielen, en tegelijkertijd staat hij daardoor veel dichter tot zijn geloofsgenoten. Verschuren vreest voor het verdwijnen van de Nederlandse invloed in de Finse kerkprovincie. “Het is moeilijk om nieuwe priesters en zusters uit Nederland te krijgen. En de eigen kring is te klein.”
Rotskerk
Helsinki-tips voor bezoekers? “Bezoek in ieder geval een van de eilanden voor de kust, zoals Suomenlinna. Prachtig zoals je zo dicht bij de stad midden in de natuur kunt wandelen.” De Temppeliaukio-kerk, de Rotskerk, is een andere aanrader. Niet zozeer omdat het een godshuis is, maar vanwege de opmerkelijke architectuur. De kerk is uit een rots gehouwen. En als hij er zelf tussen uit wil, gaat hij graag naar Oulu aan de Finse Westkust. Salaris krijgt hij niet, alleen kost en inwoning. Maar zijn vakanties worden vergoed door de Heilige Stoel.
(Nordic 1/1994, door Leslie Leijenhorst)