“Wanneer ik nog een keer op aarde kom, wil ik weer tuinman worden, … want voor één leven is dit beroep te veelomvattend.”
In Karel Foerster, Seine Blumen, seine Gärten belicht Carsten Mehliß het leven en werk van een van Duitslands belangrijkste kwekers, tuinschrijvers, -ontwerpers en -filosofen uit de twintigste eeuw. Want veelzijdig was Karl Foerster (1874-1970). Zijn grootsheid is veel meer dan alleen een kundig en succesvol vasteplantenkweker te zijn geweest. Het is de combinatie der disciplines die hij beoefende die hem tot een invloedrijk man maakte.
Ritme en contrapunt
In grofweg vier hoofdstukken worden leven en werk beschreven. Allereerst de persoon Foerster, zijn wereldbeeld, de Wederopbouw na 1945 en zijn vrienden en medewerkers. In ‘Uitgangspunten van het tuinontwerp’ wordt niet alleen ingegaan op de esthetiek van de tuin en de plantkeuze, doch ook op de compositie. Op kleuren, geur, beweging, licht, ritme en contrapunt. Neue Garten gaat in het bijzonder over de tuinaanleg van zijn beroemde tuin in Bornim en de Gärten der Arbeitsgemeinschaft. In het laatste hoofdstuk Neue Blumen is natuurlijk aandacht voor zijn vele nieuwe cultivars. Het is niet precies duidelijk hoeveel verschillende vaste planten Foerster heeft gekweekt (schattingen liggen tussen 300 en 700). Cultivars van de Phlox-paniculata, riddersporen, heleniums, asters en grassen passeren hier in het kort bestek de revue.
Beplantingsplannen
Uiterst inspirerend is een viertal beplantingsplannen uit de periode 1920 – 1927. Voor wie zelf eens een ‘Foersteriaanse’ border wil aanleggen. De vele historische zwart-wit en sepia foto’s, tekeningen alsmede tal van eigentijdse kleurenfoto’s van uitbundige borders en cultivars maken het boek een lust voor het oog.
Karl Foerster, Seine Blumen, seine Gärten
Auteur: Carsten Mehliß
Uitgever: Ulmer Verlag
ISBN: 978 3 8001 7632 8
Jaar: 2012
Rijk geïllustreerd
Pagina’s: 144 pp.
Prijs: € 35,90
Leslie Leijenhorst