ROYAL PARKS
Een keer per jaar maakt groenminnend België zich op voor een bijzonder uitje: een bezoek aan de Koninklijke Serres van Laken in Brussel. Het lijkt wel of de exclusiviteit hoog wordt gehouden, want je moet je agenda er voor vrij houden. Iedereen weet dat de serres in het vroege voorjaar weer een vijftiental dagen verspreid over enkele weken opengaan. Maar pas op een laat moment wordt bekend gemaakt wanneer precies en op welke dagen. Vooral in het weekend is het een drukte van belang. Het is een buitenkansje om onder die prachtige constructies van ijzer en glas rond te wandelen en te genieten van exotische bloemen, planten en bomen. Zelfs ervaren botanici vallen hier van de ene in de andere verbazing. En ook heel wat kwekers van naam geven toe dat ze soms toch een beetje jaloers worden op het zien van zo veel fraais.
Koning Willem I liet in 1817 één van de grootste oranjerieën van Europa bouwen bij het kasteel van Laken. Maar het was Koning Leopold II die deze plek zijn grootse luister gaf. Hij liet het geheel restaureren en bovenal liet hij er, meer dan honderd jaar geleden, de beroemde ‘koepeltuin’ met dak aan toevoegen. De koning wilde de gedurfde constructie van het Crystal Palace in Londen overtreffen. Alphonse Balat, leermeester van Victor Horta, kreeg de ontwerpopdracht.
John Wills
Twintig jaar was hij er mee bezig. De Engelse tuinarchitect John Wills verzorgde de inrichting van de plantenruimtes met de rotstuin. In die tussentijd vergaarden de tuinlieden van de koning de zeldzaamste bloemen en planten uit alle uithoeken van de wereld. Maar ook meer gangbare planten en bomen Kregen een stek. België had op dat moment nog koloniën in Afrika. En het zal daarom niet verbazen dat veel van de unieke flora onder meer uit het toenmalige Belgische Kongo komt. Koning Leopold hoopte hiermee de ‘eeuwige lente’ onder handbereik te hebben. En hij lijkt daar wonderwel in geslaagd. Het resultaat is een immens complex van 36 kassen verbonden door glazen passages. Met hun 14.000 m2 behoren deze serres tot de omvangrijkste ter wereld. Absoluut hoogtepunt is de Kongo-serre. In deze constructie van glas en staal van 30 bij 30 meter staan voornamelijk palmbomen.
Diana serre
Ook de Diana-serre is een trekpleister. Andere kunstige staaltjes zijn onder meer muren geheel bedekt met varens, gangen met een plafond van bloeiende fuchsia’s, manshoge geraniums en zalen gevuld met bloeiende azalea’s, oleanders en camelia’s. Wie weer naar buiten loopt, is even weg van deze wereld, zoveel indruk als dit bonte kleurenpalet maakt en zoveel zinnen de mengeling van bedwelmende bloemenparfums tijdelijk heeft verward. Deze groene schatkamer van de Belgische koninklijke familie.
Meer informatie
Bij het perse gaan van dit nummer was nog niet exact bekend wanneer de kassen hun deuren weer voor het publiek openen; meestal eind april, begin mei. De toegang is gratis. Exacte openingstijden zijn op te vragen bij het Belgisch Verkeersbureau voor Brussel en de Ardennen, tel. 0900 2020107 of via www.brusselsdiscovery.com
Koninklijke Serres van Laken, Koninklijke Parklaan hoek Van Praetlaan, B-1020-Brussel
(4 april 2007 door Leslie Leijenhorst)