P L E I S T E R P L A A T S : R E I D ‘ S
George Bernard Shaw leerde er dansen, Winston Churchill schilderde stillevens in de tuin, koning Karel I van Oostenrijk ging er in ballingschap en belde vanuit de naburige Villa Victoria om ‘roomservice’. Leslie Leijenhorst raadde muzikale filmthema’s die de pianist ten gehore bracht, terwijl hij wegdroomde bij het uitzicht. Waar? Reid’s Hotel Madeira.
Reid’s is niet zomaar een hotel. Op het eiland spreekt zelfs de concurrentie met ontzag over dit instituut. Een tophotelier zei ooit: “Op Madeira hebben we vijf luxe hotels. En dan heb je nog ….. Reid’s.” Nadere aanduiding niet nodig. Reid’s opende haar deuren in 1891. Al snel werd het een even waardige buitenpost van het toenmalige ‘British Empire’ als groten uit de koloniale hotellerie als Shepheards Bush in Cairo, Mount Nelson in Kaapstad en Raffles in Singapore. Een bezoek aan Reid’s is elke keer weer een bijzondere ervaring.
Toegegeven. Er zijn meer luxe hotels en resorts waar je word verwend. Maar Reid’s is uniek. En niet in de laatste plaats vanwege zijn adembenemende ligging. Op een grillige klif in een landgoed van vijf hectare. De glooiende tuinen, met een bonte reeks aan varieteiten, waaronder zeldzame, kan de concurrentie met de Botanische Tuin, elders op Madeira, gemakkelijk aan. Reid’s is altijd zichzelf gebleven. Moderniseren? Prima, maar behoedzaam. En aan sociale rituelen wordt strikt de hand gehouden. Zo serveert men een onvervalste ‘four o’clock tea’ en zijn gasten die met blote voeten, of in badjas door de lobby lopen ‘not done’. Ook hecht Reid’s anno 1996 aan de Britse traditie om zich voor ‘dinner’ te kleden. Een donker pak voor heren kan, maar een smoking, ‘tux’ of ‘dinner jacket’, afhankelijk van de herkomst van de gast, wordt meer op prijs gesteld. Reid’s is zwelgen in ‘the good old colonial days’.
Een van mijn mooiste ervaringen blijft keer op keer dineren in het gourmet-restaurant Les Faunes. Genoemd naar de lithografien van Picasso die de wanden sieren. Al was het alleen maar vanwege het fascinerende uitzicht. Wandelend door de gangen met zacht moquette tapijt, werp ik elke keer weer steels een blik in de Main Dining Room. De tijd lijkt er stil te staan. Persoonlijk net iets te veel. Geboende parketvloeren, spiegelwanden, fonkelende kroonluchters. Dames in cocktailjurken, belegd met juwelen. Heren in avondkleding. Les Faunes is weliswaar wat ‘informeler’, maar ook hier zwermen bedienden om ons heen. Eenmaal besteld, vergeten we die wat overdadige aandacht. De pianist is die avond op dreef. Mijn tafelgenote herkent feilloos het ene na het andere thema. Casablanca, Brief Encounter. Alsof we aan een filmquiz meedoen waarvan de vragen zich beperken tot muzikale thema’s van zwart-wit klassiekers van het witte doek. Ik doe ook wat (geslaagde) pogingen. The Third Man, The African Queen.
Ook al verveelt mijn tafelgenote mij geen moment, telkens weer dwalen mijn gedachten af. Geboeid door het uitzicht op Funchal, de hectische hoofd¬stad, dat als een amfitheater rond de baai ligt. Terwijl de avondzon de horizon dieprood kleurt, schitteren duizenden lichtjes, uitzwermend in de heuvels, als sterren aan de hemel. Trekken auto’s oranje linten over hellende wegen waar vrachtwagens naar de top zwoegen. Temidden van die lichtjeszee zie ik het dorpje Monte, die koloniale idylle met zijn toboggans (korfsledes), herkenbaar aan de silhouetten van het kerkje, versierd met lampebolletjes gelijk een parelstreng. Ook op zee ontwaar ik fonkelende lichtjes als gefacetteerde diaman¬ten. Herkenningstekens van kwetsbare vissersbootjes die vaak een ongelijke strijd met de zee voeren.
Na een copieus maal schrijden we terug naar onze kamer. Ik open de balkondeuren, en snuif de zwoele zilte zeelucht op. Nog eenmaal geniet ik van dat schitterende uitzicht. Hoe zou het hier zijn met Oudjaar? “Another glass of madeira ….. my dear?, roep ik. “Graag,” hoor ik buiten. Een laatste maal toosten we.
Reid’s, Estrada Monumental 139, P-9000 Funchal, Madeira, Portugal, tel: 00 351 91 763001, fax: 00 351 91 764499.