Nationale hyacintencollectie van het Verenigd Koninkrijk
Van Grande Blanche Imperiale tot Miss Molly
Hoewel Nederland door de eeuwen heen hyacintenproducent ‘par excellence’ was en is, bevindt de zo mogelijk grootste verzameling meest zeldzame hyacintensoorten ter wereld zich in een bijna polderachtig landschap in East Anglia. Net ten noorden van de universiteitsstad Cambridge, even buiten het dorpje Waterbeach, beheert houder Alan Shipp de nationale hyacintencollectie van het Verenigd Koninkrijk. Elk jaar eind maart houdt hij een weekend lang open ‘huis’.
Lange rijen hyacinten steken sterk af tegen de vruchtbare, zwarte akkers afgezet met houtwallen op lage dijkjes. Roze, rood, wit, geel, abrikoos, paars en talrijke blauwtinten. Vlagen van welriekende geuren beroeren bij tijd en wijle je neusvleugels. Een spoorlijntje, een paar boerenhuisjes, een grote half overdekte schuur. In de schuur is een bescheiden cateraar, zijn zitjes waar drankjes en versnaperingen genuttigd kunnen worden en diverse stands met tuinboeken, bijzondere vaste plantenkwekers en een vertegenwoordiging van de National Council for the Conservation of Plants and Gardens, tegenwoordig bekend als Plant Heritage. Plant Heritage ondersteunt en volgt de circa 650 aangesloten plantcollecties die zich overal in het koninkrijk bevinden.
Levende catalogus
Dit jaar was het snerpend koud tijdens de open dagen, toch stond er al veel in bloei ondanks de lange voorafgaande koude periode en kwamen ruim 350 mensen, van heinde en verre, kijken naar de welriekende kleurenpracht. Voor vele liefhebbers blijft het de mooiste ‘catalogus’ – die in levende lijve – om eigen favorieten uit te kiezen. Sinds dat de houder van de nationale hyacintencollectie van het Verenigd Koninkrijk zijn velden voor het publiek openstelt, is 2004 nog altijd recordhouder wat aantallen bezoekers betreft, met een kleine 1100 bezoekers in twee dagen. Doch toen was er ook veel meer publiciteit vooraf.
Kleurenpalet
Alan Shipp (73) is derde generatie boer. Zijn familie zat in de aardappelen. Een vette boterham viel er niet mee te verdienen dus besloot hij in 1985 het roer om te gooien. Hij begon met vijf soorten; een partij van 200 kg van een Nederlandse handelaar die ze in de uitverkoop had gedaan. Daarmee werd hij de eerste kweker in Engeland die na de Tweede Wereldoorlog de hyacintenteelt weer oppakte. Inmiddels zijn er weer enkele. Hyacinten hadden hem van vroeg af aan al geboeid. Shipp: “Het kleurenpalet eind maart is er een die zijn gelijke onder andere planten niet kent.” In de jaren daarna breidt zijn collectie langzaam uit. Via bollenleveranciers, verzamelaars en kwekers uit Nederland zoals Jan S. Pennings uit Breezand. In 1989 kon de bevlogen verzamelaar de toenmalige bestaande nationale collectie overnemen die zich bevond op Wycliff Hall Botanic Garden op Barnard Castle (in Noord-Engeland), met maar liefst 60 soorten. Vier jaar later kreeg zijn verzameling opnieuw de status van nationale collectie. De meest bijzondere aanwinst die hij wist te bemachtigen kreeg hij via Dr Rita Raziulyte van de universiteit van Vilnius in Litouwen, zo’n 31 soorten die in het westen allemaal sinds de Tweede Wereldoorlog waren uitgestorven. Zij had lang onderzoek gedaan in de landen achter het toenmalige IJzeren Gordijn. In deze landen waren niet alleen veel botanische tuinen, de verzamelingen werden ook nog uiterst nauwgezet beschreven.
“Het kleurenpalet eind maart is er een die zijn gelijke onder andere planten niet kent.”
Proefvelden
Inmiddels schommelt Shipp’s collectie rond 180 soorten. Ze staan willekeurig geplant. De dubbele zijn gemarkeerd met een D. Voor elke plantwijze valt wat te zeggen. Het blijft deels een persoonlijke voorkeur. De nationale verzameling bestaat in feite uit twee velden. Een met de echte collectie, en de andere gelegen aan de andere kant van een dijkje met de proefvelden waar eveneens tal van zaailingen staan. Shipp heeft inmiddels zelf ook zelf twee nieuwe soorten gekweekt: ‘Miss Molly’ en ‘Snowblush’.
Grande Blanche Imperiale
De oudste stamt uit 1798, ‘Grande Blanche Imperiale’, de jongste is nauwelijks een paar jaar oud. Trots is hij beslist op zijn Royal Four: ‘King of the Blues’ (1863), ‘Queen of Blues’ (1860), ‘Queen of Pink’ (1903) en ‘Queen of Violets’. Doch wellicht nog meer op de dubbele gele hyacint, die in het westen al lang uitgestorven werd gewaand; een soort die hij via zijn Litouwse connectie kreeg. Het zijn echter niet alleen de oudjes die toegang krijgen tot de collectietuin van Shipp, ook eigentijdse soorten krijgen een plek. “Ik probeer de verzameling zo compleet mogelijk te maken, dus ook de soorten die nu bij de detaillist verkrijgbaar zijn, neem ik op.” Dit jaar voegde hij acht nieuwe soorten toe zoals ‘Aida’, ‘Mascarade’ en ‘Moody Blues’.
Schaduwcollectie
Naast zijn collectie zijn er in Engeland diverse privé verzamelingen die aanzienlijk zijn, doch geen van de verzamelaars houden zich bezig met vermeerdering, net zo min als de bijna complete schaduwcollectie van zijn verzameling die in kleine aantallen is ondergebracht bij het RHS Plant Centre in Wisley. Daarnaast telt ook ons land een niet onbelangrijke collectie die zich bevindt in de Hortus Bulborum. Genetische back-ups vindt Shipp erg belangrijk. In het kader van het behoud van diversiteit heeft de hyacintenambassadeur toch ook wel zorgen. Shipp: “Ik ben bezorgd en teleurgesteld dat ondanks mijn vele toenaderingen, de Hortus Bulborum in Nederland, geen behoefte heeft getoond contacten te onderhouden noch te willen deelnemen in een uitwisseling met de UK National Hyacinth Collection. Er zijn in beide verzamelingen vele oude, bijna uitgestorven soorten die slechts op een plek groeien. Dat houdt in dat het totale verdwijnen van zo’n collectie tegelijkertijd betekent dat die soorten of groep planten uitgestorven raakt.” En dan heeft hij het nog niet eens over de genetische kwaliteiten die gebruikt kunnen worden voor toekomstige kweekprogramma’s. “Ik ben sterk van mening dat er een back-up locatie – bij voorkeur enkele – moet zijn voor alle bedreigde plantensoorten.”
“Enkele decennia later was, net als met de tulpen in de zeventiende eeuw gebeurde de ‘hausse’ weer voorbij.”
Mode?
Een echte verklaring voor de grote terugval in het aanbod van soorten door de tijd heeft Shipp evenmin. Hij wijt het aan tal van factoren zoals en de mogelijkheid dat gekweekte hyacintenbollen gevoeliger zijn dan tulpenbollen. In de 18e eeuw ontstond ten tijde van Madame de Pompadour, maîtresse van de Franse koning Lodewijk XV, een ware hyacintomanie. Enkele decennia later was, net als met de tulpen in de zeventiende eeuw gebeurde de ‘hausse’ weer voorbij. In het Victoriaanse Engeland stonden in de sortimentslijsten meer dan 2000 soorten genoemd. Terwijl er nu nog maar een paar honderd van over zijn, terwijl het aantal dat commercieel wordt gekweekt nog geringer is.
Tweekleurig
Op Shipp’s wensenlijstje staat prominent de tweekleurige ‘King of Great Britain’. Mogelijk dat die nog eens ergens via zijn contacten in Oost-Europa boven water komt. En dan zou de tweekleurige dubbele hyacint best wel eens de volgende hit kunnen worden in hyacintenland. Met een ongekende historische uitstraling zoals sommigen wellicht alleen kennen van de schitterende achttiende eeuwse prenten van Vincent van der Vinne die zich nu onder meer bevinden in het Amsterdamse Rijksprentenkabinet bevinden.
Open Dagen
Elk jaar houdt Shipp Open Dagen, meestal in het laatste weekend van maart. Controleer vooraf per email of telefoon of de Open Days op de geplande data doorgang vinden. Geïnteresseerden kunnen ook later in het jaar op afspraak een bezoekje brengen, hoewel er dan weinig of niets te zien zal zijn.
Praktische informatie
Vanaf de luchthaven London Stansted vertrekken rechtstreeks treinen naar Cambridge (duur: circa 1 uur). Vanuit Cambridge vertrekken elk uur verschillende treinen die Waterbeach aandoen (richting Peterborough of Birmingham New Street). Vanaf het station is het een stevig eindje wandelen. De wandelroute binnendoor is alleen voor ‘locals’ makkelijk te vinden. Een taxi nemen kan ook.
Alan Shipp, Waterbeach, Cambridgeshire, Verenigd Koninkrijk, T +44 1223 57064, E alan.shipp(at)virgin.net
(28 april 2011)