Het Schrijflokaal

Madeira, bloemeneiland bij uitstek

Poinsettia, kaketoes en camellias
De toeristische autoriteiten coquetteren graag met de slogan: “Madeira, Ilha do Flor.” Madeira, bloemeneiland. Zelf heb ik deze ‘drijvende’ botanische tuin in de Atlantische oceaan meerdere malen bezocht. Ik kan ze alleen maar gelijk geven. In parken en plantsoenen, langs de wegen en paden. In de stad en op het platteland. Overal vind je die weelderige bloemenpracht.


Tekst: drs. Leslie Leijenhorst
Foto’s: Turismo da Madeira

Madeira leent zich het hele jaar voor bezoek. Want in elke jaargetijde bloeien er volop bloemen. Hibiscus en Bougainvillea bijna het hele jaar door. Jacaranda, Spathodeas, en Erythrinas in hun respectieve seizoenen. In maart en april is de bloemenweelde op zijn uitbundigst. Dan vindt ook het jaarlijkse bloemenfestival plaats. Toch is de periode van de donkere dagen om meerdere reden een ideaal moment. Je ontvlucht de kou van ons kikkerlandje. Je kunt Kerst en Oud en Nieuw eens vieren met soms metershoge Kerststerren (Poinsettia); in tuinen en parken wel te verstaan. Planten die bij ons meestal niet meer dan enkele tientallen centimeters hoog zijn. De camellia’s zijn net begonnen met hun bloei. En bovendien heeft het eiland met Oud en Nieuw een extra attractie. Boven de baai waaraan de hoofdstad Funchal als een amfitheater ligt, wordt schitterend vuurwerk afgestoken. En dat is vanuit veel hotels, die aan deze baai liggen, schitterend gade te slaan. Een mooiere manier om het nieuwe jaar in te luiden is toch nauwelijks denkbaar.

Drie mooiste

Bloem- en plantenliefhebbers kunnen op Madeira hun hart ophalen. Te beginnen met de hoofdstad Funchal (dat van venkel komt). In het centrum liggen verschillende parken en tuinen zoals de Jardim Municipal en het Santa Catarina-park, maar ook de tuin van het museum Quinta das Cruzes is een bezoekje waard. En vergeet beslist niet het wandelingetje door de prachtige tuin van het sjieke Reid’s Hotel, gelegen op een rots aan de Estrada Monumental, na te hebben genoten van een onvervalste ‘afternoon tea’. Terwijl ook mindere bekende hotels omgeven worden door tuinen die op zich een lust voor het oog zijn. Ook i de omgeving van liggen schitterende tuinen en parken. Drie van de mooiste tuinen van het eiland liggen ten (noord-)oosten van de stad: Monte Palace Tropical Garden, Jardim Botânico en de Quinta do Palheiro Ferreiro (ook bekend als Blandy’s Gardens). Tuinen die elk door hun eigen karakter de moeite waard zijn; door een mix van kunst en natuur, om zijn wetenschappelijke of landschappelijke waarde.

Monte Palace Tropical Garden
Kunst en harmonie in perfect evenwicht

De Monte paleistuinen liggen in het gelijknamige romantische dorpje Monte. Op een stille dag lijkt de tijd hier stil te hebben gestaan. De tuinen beslaan ruim 70.000 m2. Azaleas, heide, palmvarens, proteas evenals een rijke verzameling aan varens en laurisilva vormen het markantste deel. Bijzonder is de vooral de collectie palmvarens, beschouwd als levende fossielen. Van de 72 bekende soorten zijn er 60 in deze tuin te zien. Daarmee is het de grootste bekende collectie ter wereld. Ook de van oorsprong Zuid-Afrikaanse protea heeft zich hier goed weten aan te passen. Er zijn maar liefst zo’n 50 verschillende soorten te zijn, waaronder ook de koningsprotea, die oogt als een gigantische artisjok. Als je langzaam de heuvel afdaalt, bijna elke tuin ligt op een heuvel, passeer je verschillende meertjes en vijvers. De wateroppervlakken worden zo nu een dan opgesierd door kleurige bewegende silhouetten: de Koi’s (vissen van de karperfamilie). Het oostelijk deel van de tuin is gewijd aan de inheemse flora waarvan de ‘laurisilva’ de belangrijkste vertegenwoordiger is. Ook zijn er planten te zien zijn die met uitsterven bedreigd zijn zoals de Pittosporum coriacum, beter bekend als ‘mocano’.

Kunstwerken

De Monte Palace Tropical Gardens is niet zo maar een tuin. De grote variëteit aan kunstwerken maakt haar bijzonder. Zo staan her en der, soms half verscholen in het groen oude deur- en raamportalen en stenen wapenschilden afkomstig uit Portugese paleizen en privélandgoederen als relieken uit een verloren gegane tijd. Het mooiste wapenschild staat vlakbij de ingang: met de kroon van de koning Manuel I uit het einde van 16e eeuw. En ook in deze tuin ontbreken de azulejo’s, de veelal blauwe tegeltjes niet, vaak als panelen. Er zijn zowel oude als moderne tableau’s te zien. Een van de mooiste tableau’s is een serie van vijftig blauwe tegels die de sociale, culturele en religieuze aspecten van het leven van de Portugezen tussen de 16e een 20e eeuw uitbeelden. Ze zijn ‘tentoongesteld’ langs verschillende van de met bomen omzoomde paden naar het amfitheater van de centrale vijver. Een van de opmerkelijkste muurtableau’s is Het Portugese Avontuur in Japan dat Alberto Cedron maakte ter gelegenheid van de komst van de Portugezen in Japan 500 jaar geleden. Daarmee zijn we inmiddels ook in het noordelijke gedeelte van de tuin beland, de zogenoemde Oosterse tuin. Het groen van de planten en struiken contrasteren hier fraai met het zwart en rood van de bruggen en looppaden als wel andere oosters aandoende objecten als tempelpoorten.

Monte Palace Tropical Gardens, Caminho do Monte 174 en Caminho das Babosas, P-9000 Funchal, Madeira (Portugal). I www.montepalace.com

DSC_7303

Een beetje conditie met al die niveauverschillen moet je wel hebben. Foto: Francisco Correia

Jardim Botânico
Schatkamer van Madeira’s botanische erfgoed

Op de zuidelijke hellingen boven Funchal, drie kilometer van het centrum, ligt de Jardim Botânico. Alhoewel het al plan om een Botanische tuin aan te leggen al van de 18e eeuw dateert is de tuin is relatief jong. In de 19e eeuw waren er wederom verschillende botanici als J.R. Theodor Vogel en Baron Castello da Paiva die vonden dat er een botanische tuin op Madeira komen, mede gezien de immense plantenrijkdom en de klimatologische omstandigheden. Eind vorige eeuw werd de Quinta do Bom Sucesso (quinta is Portugees voor landgoed) met dat doel aangekocht, toch duurde het nog tot 30 april 1960 voordat de botanische tuin haar deuren opende. De tuin ligt op een hoogte van 200-350 meter en is ruim 35.000 m 2 groot. In de tuin groeien meer dan 2000 planten waaronder veel soorten die wij als kamer- of tuinplanten kennen als orchideeën, anthuria, azalaeas, bromelia’s, cactussen, en varens. De bezoeker valt bij de entree al een uitbundig welkom ten deel: eiken- en lindenbomen, bananenplanten omgeven door bromelia’s en rijk gekleurde azalaea’s. In dit hoogste gelegen deel ligt ook het arboretum waar bomen uit alle uithoeken van de wereld groeien, zowel uit de Himalaya als uit de tropen. Via kronkelende paden zakt de bezoeker langzaam de heuvel af, en raakt in steeds drogere klimaatszones terecht. Ten zuiden van de hoofdgebouwen, waarin het Museum voor Natuurlijke Historie en Herbarium (beide open voor het publiek), trekken tientallen cactussen en vetplanten de aandacht.

Zuid-Afrika

Veel soorten komen uit Zuid-Amerika. Vervolgens passeer je tropische en subtropische fruitbomen zoals de Surinaamse kersenboom, guave, avocado en koffie. Maar ook typische ‘Madeirense’ gewassen als yam, suikerriet en zoete aardappel. Iets meer naar het westen groeien de aromatische keukenkruiden en populaire medicinale planten. Bijzonder is ook het deel dat gereserveerd is voor de planten van Madeira en de Macaronesea (de biogeografische regio die de archipels van de Azoren, Madeira, de Canarische en de Kaapverdische eilanden omvat); Karakteristiek zijn vooral de altijd groene Lauraceae: de Laurus azorica, de Ocotea foetens en de Vinhático (Persea indica). Nog lager ligt een amfiheater een bont beplante cirkel de aandacht trekt. Deze is als een taart onderverdeeld in allerlei punten beplant met vetplanten. Waar je ook richting zee kijkt, je hebt altijd een schitterend uitzicht over het uitwaaierende Funchal dat als een amfitheater aan de baai ligt. In deze botanische tuin is geen kunst die de aandacht van de uitbundige flora afleidt, maar vogels. In het laagste gedeelte heerst een kakefonie van klanken. Daar bevindt zich het Loiro-park, ook nog eens 15.000 m2 groot. Je ziet, en vooral ook hoort er de meest exotische, bonte gevederde en zeldzame vogels ter wereld. Kaketoes van de tropische Aziatische eilanden, Australische parkieten, en papegaaien uit Brazilië. In deze ‘vrije volière” vliegen allerlei bont gekleurde vogels vrijelijk rond waardoor ze zich in hun natuurlijke omgeving kunnen voortplanten.

Jardim Botânico, Caminho do Meio, Bom Succeso, P-9050 Funchal, Madeira (Portugal).
www.sra.pt

IB_S_BASIC_COPYRIGHT =

Uitzicht op de hoofdstad Funchal. Op de voorgrond die karakteristieke broderieparterres. Foto: Turismo da Madeira.

Uitzicht op de hoofdstad Funchal. Op de voorgrond de karakteristieke borderieparterres.

Quinta do Palheiro Ferreiro
Een vleugje Brits

Boven het rijk versierde gietijzeren ingangshek hangt de heerlijke geur van camelia’s. Een ‘receptioniste’ gekleed, vaak gekleed in lokale klederdracht, staat de bezoekers op te wachten. De eerste delen van dit landgoed werden in 1790 aangelegd door een Franse landschapsarchitect in opdracht van de eerste graaf van Carvalhal. Deze plantte er veel bomen. De graaf zelf begon met het verzamelen van camelia’s. Het landgoed Quinta do Palheiro is 12 hectare groot. Het ligt op ruim 550 meter boven de zeespiegel; een hoogte die niet voor alle tropische planten even aangenaam, is. Maar degene die er tegen kunnen, doen het hier ook bijzonder goed. De lucht is koeler en het gebied wordt vaak bevochtigd door de vochtige zeemist. De erfgenamen van de graaf gingen slecht om met het landgoed. In 1885 kwam het in handen van de Blandy familie. In opeenvolgende generaties werd er met veel overgave door de verschillende telgen uit dit nu belangrijke Anglo-madeirense geslacht (met grote belangen in de madeirawijnhandel en het toerisme) aan de tuin gewerkt.

Mecca

Vooral mevrouw Graham (Mildred) Blandy besteedde veel tijd aan de tuin. Momenteel leven Adam en Christina Blandy op het landgoed. En ook nu is het weer de vrouw des huizes die de verantwoordelijkheid draagt voor de zorg en de ontwikkeling van de tuin. Deze tuin een verplicht nummer voor iedereen die belangstelling heeft voor esthetische waarden en harmonie in landschapsarchitectuur. De Quinta do Palheiro is een mecca voor camellialiefhebbers. Vooral tijdens het bloeiseizoen dat loopt van november tot april. Door de invloed van de Blandy-familie door de eeuw heen groeien er een rijke verscheidenheid aan bomen ontstaan. Bomen die karakteristiek zijn voor het Engelse landschap zoals eik, beuk, ceder en kastanje worden afgewisseld door eucalyptus en Araucaria pijnbomen. Bijzonder zijn verder de Proteas, die het over het algemeen moeilijk buiten Zuid-Afrika’s grenzen doen, en de zilverbomen (Leucadendron argenteum) en de Waratah (Telopea speciosissima). Via een camellia avenue, aan weerszijden borders bekleed met Arums, Agapanthus en belladonna lelies, kom je langs het huis (niet open voor bezoekers) bij de verzonken tuin waar freesias, Ixtias en tritonias uitbundig groeien. Hier ligt eveneens een rotstuin met agaves, aloes, aristeas en allerlei bolgewassen. Iets lager een groep van schitterende magnolia’s, en nog wat verder de Banksias, de australische neefjes van de Proteas. Als we de golvende gazons verlaten komen we bij de Capela São João, een kapelletje in barokke stijl.

Koning van de tuin

Op weg naar de Jardim de Senhora, de tuin van mevrouw, passeren we een lange border, geheel volgens een Engels kruidenbed, maar hier beplant met rijk bloeiende Delphiniums, engeltrompetten (Datura sanguinea) en Sprekelia. De kleinere bloembedden bevatten sierplanten die we ook in onze contreien kennen zoals rozen en dahlia. De damestuin bestaat uit buxushaagjes gesnoeid in geometrische vormen. Let op de koning van de tuin, de kandelaarboom uit Brazilië, de Araucaria augustifolia. In het oudste deel van de tuin, met het oude huis, ligt een serie formele vijvers die erg in trek zijn bij kikkers en reigers. Het kleine bos aan de rand van de zuidkant wordt gedomineerd door laurier en eucalyptus. Keer langs de benedentuin terug naar de uitgang. Onderweg kom je een bordje met ‘Ribeiro do Inferno’ (oever van de hel) tegen. Keer daar niet om, maar volg het pad. Het smalle pad is verre van duivels – het kan alleen na regen glibberig zijn, het doorkruist een wild gebied met koel bosland vol met gracieuze boomvarens (Dicksonia en Cyathea Spp.) en ontelbare klimmende blauwe ‘morning glory vine’.

Quinta do Palheiro Ferreiro (Blandy’s Gardens), 8 kilometer ten oosten van Funchal.
I www.palheirogardens.com

Garden

Na een stevige wandeling genieten van het mooie uitzicht. Foto: Turismo da Madeira.

Tips

De natuur op Madeira is vaak minstens zo fraai en indrukwekkend. Huur een auto en rijd de bergen in, en maak een wandeling langs een van de levadas, een ingenieus irrigatiesysteem van smalle kanaaltjes met een lengte van meer dan tweeduizend kilometer dat het eiland constant van water voorziet. Zeker is dat wie een weekje Madeira heeft gedaan dat de slogans als “een drijvende botanische tuin in de Atlantische Oceaan” niet ver bezijden de waarheid is.

Neem een ‘caixa’ (een stevige kartonnen doos) met bloemen mee naar huis. Ze worden zo goed ingepakt en zijn zo sterk dat je er nog weken plezier van hebt. Geliefd zijn vooral de Strelitzia, de paradijsvogelbloem (gauw tot de helft goedkoper) en orchideeën. Voor een florale herinnering aan een bloemrijke vakantie.