Het Schrijflokaal

De Rode Zeekust, Rivièra van de Oriënt

Hoewel beslist niet ongeïnformeerd en onbereisd, dacht ik altijd dat een vakantie aan de Rode Zee vooral een plezierige bestemming was voor duikers en snorkelaars. En … voor zonaanbidders die geen overmatige cultuurhistorische belangstelling hebben. Inmiddels ben ik om, nu ik de juiste plekken ken. De Rivièra van de Oriënt is minstens zo’n aanrader voor wie zon en cultuur graag combineert, hoewel je daar soms lange reizen voor moet maken. De beloning is echter groots, overweldigend en meeslepend.

Steigenberger-3-h

Diverse impressies van El Gouna. Het nieuwe Saint-Tropez?

Naar de Rode Zeekust in Egypte? Maar dat is toch een duikers- en snorkelaarsparadijs? Helemaal waar. De regio staat bekend om zijn uitstekende duikplekken. Toeristenfolders  geven hoog op van de azuurblauwe en heldere wateren met zijn bonte onderwaterflora en fauna. Met felrode en gele koraalriffen, indrukwekkende murenen, vrolijke papegaaienvissen en vrolijke dolfijnen. Voor liefhebbers is dit beslist een eldorado, hoewel op de staat van het koraalrif op sommige plekken best wat af te dingen valt. In het bijzonder in de buurt van Hurghada zijn de riffen door de toenemende druk van het toerisme niet meer wat ze waren. Fijnproevers gaan dan ook verder naar het zuiden. Naar Sharm El Naga, een dorpje met nog net dat relaxte bohémien sfeertje, op ongeveer 40 kilometer ten zuiden van Hurghada. Hier ligt een van de mooiste koraalriffen van de regio. Terwijl ook het nog veel zuidwaartser gelegen Marsa Alam, op zo’n driehonderd kilometer van de luchthaven, hoge ogen gooit.

Orascom

(Foto’s: via Orascom Hotels and Development – Cairo)

(Foto’s: via Orascom Hotels and Development – Cairo)

Hurghada is niet alleen de plek waar een groot deel van alle vakantiecharters aankomt, het is ook het administratieve en toeristische hart van de Rode Zeekust. Ooit was het een klein visserdorpje dat ontstond aan het begin van de vorige eeuw. Vanaf de jaren tachtig groeide het uit tot een stad met meer dan 35.000 inwoners. Vooral Amerikaanse, Europese en Arabische investeerders kwamen om hier naar toe om het te ontwikkelen tot een van de meest populaire badplaatsen aan de Rode Zee. Inmiddels strekt Hurghada zich als een lang lint uit over een lengte van circa 35 kilometer langs de kust. Het is er druk, chaotisch en stoffig zoals menige stad in dit land. Je houdt ervan of niet. De meeste mensen komen hier vooral om te winkelen of ’s avonds uit te gaan. Wij kiezen voor El Gouna dat ruim twintig kilometer noordelijker ligt, een van de vele projecten van Orascom Hotels & Development (OHD). OHD is een van de grootste en meest succesvolle onroerend goed conglomeraten in Egypte. Momenteel heeft het concern meer dan 90 miljoen m² grond in ontwikkeling. Een van de specialismen van OHD als het om toerisme gaat is de ontwikkeling van geheel zelfvoorzienende vakantiedorpen en -complexen. Ook elders in het Midden-Oosten ontwikkelde OHD ook comfortabele vakantiestadjes in Taba Heights (op het Sinaï-schiereiland ) en Jordanië (Tala Bay), terwijl tal van andere ambitieuze projecten in de pijplijn, ook elders in het Midden-Oosten, zitten.

Lokale bouwstijlen

Dit kan alleen maar Memphis volgens Michael Graves zijn.

Dit kan alleen maar Memphis volgens Michael Graves zijn.

En Orascom slaagt daar bijzonder goed in. El Gouna is inmiddels wereldwijd een schoolvoorbeeld hoe je op verantwoorde wijze een vakantiedorp kunt ontwikkelen waarbij duurzaamheid en ecologie hoog in het vaandel staan. Die gedachte sprak ons wel aan. Het is een dorp met een minder kunstmatige sfeer dan dat van een echt resort en bovendien rustiger en comfortabeler. Hier niet de luchtvervuiling van overjarige vrachtwagens, het getoeter, en het stadse gekrioel. Een beetje het beste van twee werelden. Want El Gouna is wel Egypte. Zij het allemaal wat eleganter, verfijnder en rustiger. Het Egypte van de ‘upper and middle class’. In El Gouna wonen namelijk meer dan 3000 mensen permanent, gaan er vierhonderd kinderen naar school en is er een moskee. En ook hier valt de elektriciteit zo nu en dan uit. Naast winkels en restaurants, zijn er galeries, zelfs een heus museumpje, een golfbaan, sportclubs en niet te vergeten een marina. Bovendien is het een bestemming waar in de hotels niet of nauwelijks all-inclusive arrangementen worden aangeboden. Dat betekent weinig last van Russen, die helaas op tal van bestemmingen het vakantieplezier met hun luidruchtigheid, vaak lompe gedrag en alcoholgebruik een behoorlijke domper kunnen geven.

”Zo mocht de Amerikaanse architect Michael Graves er naar hartelust ontwerpen.”

Speeltuin voor architecten

Een vertrouwd gezicht op het strand: een dromedaris

Een vertrouwd gezicht op het strand: een dromedaris

Als we over de highway dwars door de Arabische woestijn rijden, zien we midden in de uitgestrekte kustvlakte El Gouna opdoemen. Eenmaal voorbij de slagboom, die ongenode gasten moet tegenhouden rijden we een paar kilometer over een lang lint. Een skyline van fraaie bouwstijlen ontvouwt zich langvoor het oog. Speels en afwisselend, met opvallende stijldetails en kleinschalig. Hoewel het nachtelijk duister de kleuren vervormt zien we duidelijk dat oker, beige, zand en terra domineren. De kleuren van de woestijn. Soms lijkt een complex op een woestijnfort, dan weer op een duizend-en-een-nacht paleis, en vervolgens rijden we langs een aantal villa’s aan een waterpartij met riante tuinen. Bochtige wegen, soms van zand, dan weer verhard. Net als buiten dit gebied. Gebouwd om een lagune met tal van waterlopen die verbinding met zee hebben. Het vakantiedorp is een ware speeltuin voor architecten. Zo mocht de Amerikaanse architect Michael Graves, die bij velen bekender door zijn gekke roestvrij stalen ketels en andere luxe huishoudelijke producten die hij voor Alessi ontwierp, er naar hartelust ontwerpen. Hij stond aan de wieg van twee van de mooiste hotels: Sheraton Miramar Resort en Steigenberger Golf Resort. Geen molochen maar fraaie laagbouwcomplexen die bestaan uit diverse paviljoens omgeven door weelderige tuinen. De ene vindt de stijl meer lijken op een Walt Disneypaleis, een ander denkt eerder aan Memphis-beweging met zijn markante blokkendoosarchitectuur, terwijl een derde bij de galerijen in het Sheraton de sfeer van een heuse bazar terugziet. Persoonlijk gaat mijn voorkeur nog iets meer uit naar het Sheraton vanwege de vele eilandjes waarop het hotel ligt, waarvan sommige door houten loopbruggetjes met elkaar zijn verbonden.

Konvooi
Na een paar dagen ontspannen, wordt het tijd om er op uit te trekken. Op naar het verre zuiden, de regio waar een aantal van de mooiste tempelcomplexen ter wereld ligt. Naar Luxor, Edfu, Kom Ombo, Aswan en Philae. Ze staan al meer dan 150 jaar op de toeristische landkaart, getuige ook de fraaie prenten van de 19e eeuwse Schotse kunstenaar David Roberts die je bij tal van toeristische kraampjes als ansichtkaart, luxe prent of affiche kunt kopen. We gaan met de bus, een tocht van zes uur. Hoewel we ook met het vliegtuig hadden kunnen gaan. Een belevenis op zich. Vanuit Hurghada vertrekken we eerst langs de kust naar het zuiden. Naar Safaga. Daar is het verzamelpunt voor de bussen. Van daaruit vertrekken we in konvooi met meer dan zeventig bussen de stille en grotdroge, grauwe woestijn in totdat we de Nijl, Egypte’s levensader, bereiken. Dan verandert het landschap onmiddellijk. Groen en vruchtbaar. Akkers, palmbossen, landerijen. Aan weerszijden van de weg die pal langs de Nijl loopt zijn groene middenbermen en plantsoenen waar bloemen weelderig bloeien. Rode hibiscus, witte oleanders en paars roze bougainvillea. Maar ook om de zoveel kilometer ‘roadblocks’. Sinds de aanslagen koestert Egypte zijn toeristen extra. Men laat niets aan het toeval over.

”Al snel is duidelijk dat Agatha Christie’s roman ‘Death on the Nile’ tot de absolute reisbagage voor een Nijlcruise behoort.”

Agatha Christie
Eenmaal in Luxor aangekomen maken we eerst kwartier. We hebben namelijk een Nijlcruise geboekt. Terwijl onze bagage over smalle loopplankjes word gedragen, lopen wij door naar het derde schip. Onze boot ligt het verst van de kade. Wij treffen het. Onze boot oogt klassieker dan de folder. Op veel plaatsen houten vloeren, een salon in semi-klassieke stijl ingericht. Zo een waarbij je elk moment verwacht Hercule Poirot te zien binnenwandelen en hij samen met de andere gasten probeert het ‘mystery murder’ ontrafelen. De gangboorden zijn voorzien van een soort Perzische lopers. Nostalgische lantaarns geven ’s avonds feëriek licht. En de gastvrije receptiemedewerkers staan al klaar met zo’n warm doekje om je even op te frissen. Al snel is duidelijk dat Agatha Christie’s roman ‘Death on the Nile’ tot de absolute reisbagage voor een Nijlcruise behoort. Na een bezoek aan de Karnak tempel en het avondmaal besluiten we nog wat in de tijd van weleer te blijven. We nemen een van de vele koetsjes die over de Corniche-el-Nil rijden. Speciaal een beetje omgekleed ‘for the occasion’ togen we naar het Oude Winterpaleis, het stijlvolste hotel van de stad. Wit gepleisterde gevels, prachtige trappartijen, geboende vloeren en moquette tapijten, en fonkelende kroonluchters zetten de toon. Hier nipten honderd jaar geleden keurige dames en heren in tropenoutfit aan een glaasje port of een dorstlessende citroenkwast. Na onze ‘night cap’ wandelen we terug terwijl een briesje over de Nijl de late avond aangenaam verkoelt.

Vallei der Koningen
De volgende dag is het wederom vroeg uit de veren. Het zou anders al snel te warm worden. Op naar de Vallei der Koningen aan de westoever van de Nijl. Al vroeg zweven bont gekleurde luchtballonnen over deze voormalige koninklijke dodenstad. Hoe mooi moet het zijn die bijzondere vallei met een ‘bird’s eye view’ te kunnen bekijken. Hier bezoeken we drie van de vele koningsgraven. Het beroemdste graf van Toetanchamon, hoe vroeg ook, is al te druk. Dan die van Tuthmosis III. Een absolute aanrader, maar je moet er wel een immense hoge, steile houten trap op, en eenmaal binnen weer naar beneden tot diep in de rotsen. Een beetje fit moet je zijn, en bovendien geen last van hoogtevrees en claustrofobie hebben. Binnen word je verrast met de betoverendste wandschilderingen en kunstig uitgehouwen koningstombes. Ruimtes die duizenden jaren voor de buitenwereld gesloten waren. Hoe fris het buiten ook is, hoe benauwd het binnen is. Hoe zal het hier zijn als het buiten 45 graden is? Daarna bezoeken we de koningsgraven van Seti II en Ramses VI. En daaruit blijkt al weer, dat de beroemdste niet altijd de mooiste hoeven te zijn. Terug in het centrum van Luxor wordt het tijd voor een bezoek aan de souk. Om inkopen te doen. Waar je ook komt de markten zijn een lust voor het oog en een ongekende bron van verleiding. Tientallen kruiden in konische torentjes opgetast, allerlei theesoorten, bonte tafellakens, een Nubisch hoofddeksel of een ‘gallabiyah’ (hemdjurk). Onderhandelen blijkt hier nog meer het devies dan in Caïro of in andere landen rondom de Middellandse Zee. Je houdt van het spel, of niet.

Felouks
Hoewel de cruise doorgaat richting Aswan nemen wij afscheid van de Nijlvallei om nog een paar dagen aan de Rode Zeekust bij te tanken. Als de bus de weg langs de rivier verlaat, zie ik de laatste ‘felouks’ – de traditionele zeilschepen – voorbij varen. De verre verte in, dieper Afrika in, die mij als kind van dit continent oh zo trekt. Ik ben in de ban geraakt van de Nijl en keer beslist weer terug.

Met dank aan Corendon Vliegvakanties, en de heer Ali Elshaieb (Louvre Travel – Hurghada) die een fantastisch reisprogramma heeft samengesteld waardoor we kennnismaakten met tal van deels onverwachte, bijzondere en authentieke kanten van de Rode Zeekust en Zuidelijk Egypte.

(17 mei 2007 door Leslie Leijenhorst)